Voor het derde jaar op rij wordt het Nederlandse pensioenstelsel beoordeeld als beste ter wereld. Daarmee behoudt Nederland de internationale A-status. Dat blijkt uit de Global Pension Index 2020 die Mercer en CFA Institute jaarlijks uitbrengen. Desondanks gaat het Nederlands pensioenstelsel de komende jaren flink op de schop.
Mercer CFA Institute Global Pension Index
In de Mercer CFA Institute Global Pension Index zijn de pensioenstelsels van 39 landen wereldwijd getoetst op toereikendheid, toekomstbestendigheid en integriteit. Met dit jaar de toevoeging van de landen België en Israël, dekt het onderzoek ongeveer twee derde van wereldbevolking. Denemarken claimt voor de derde keer op rij de tweede plaats.
Nieuwkomer Israël staat meteen op de derde positie in de index. Wederom alleen Nederland en Denemarken verkrijgen de A-status met hun pensioenstelsel. Ondanks dat Nederland al jaren het beste pensioenstelsel ter wereld heeft, zal het pensioenstelsel de komende jaren flink gaan veranderen door het Pensioenakkoord.
De paradox: het beste systeem ter wereld veranderen
Lagere beleggingsopbrengsten en hogere staatsschulden als gevolg van COVID-19 leiden wereldwijd tot negatieve effecten op de voorziening van toekomstige pensioenen. In combinatie met de stijgende levensverwachting en toenemende druk op middelen om de gezondheid en het welzijn van de vergrijzende bevolking te ondersteunen, zorgt COVID-19 voor nog meer pensioenonzekerheid.
Dat blijkt uit de 12e jaarlijkse Mercer CFA Institute Global Pension Index. Marc Heemskerk, pensioenexpert bij Mercer Nederland: “Ook vóór COVID-19 stonden pensioenstelsels wereldwijd onder toenemende druk om de pensioenuitkeringen te behouden, daarom is in Nederland het Pensioenakkoord opgesteld.
Het klinkt tegenstrijdig dat we het beste pensioenstelsel ter wereld gaan veranderen, maar het is noodzakelijk voor het vertrouwen in ons pensioenstelsel. De gestegen staatsschulden en aanstaande recessie leggen juist druk op de handhaving van onze landelijke pensioenambitie.”
Wereldwijd hanteren regeringen een verschillend beleid om de impact van COVID-19 op pensioenstelsels te verzachten. In sommige landen hebben regeringen bijvoorbeeld tijdelijk toegang tot gespaarde pensioenen gegeven of de verplichte bijdragen verlaagd om de liquiditeitspositie van huishoudens te verbeteren.
De twee belangrijkste pensioenstelsels uit de index, Nederland en Denemarken, hebben geen vroege toegang tot pensioenactiva mogelijk gemaakt.
Vertrouwen in systeem blijft laag: betrek pensioendeelnemers
“Nederland heeft een volwassen pensioensector met goede systemen waarmee de nummer 1 ranking te verklaren valt. Echter, uit tal van internationale onderzoeken over maatschappelijk vertrouwen blijkt dat ons pensioenstelsel tot de hekkensluiters behoort,” zegt Gerben Jorritsma, RBA EPP, bestuurslid van CFA Society VBA Netherlands.
“De voornaamste verklaring voor dit paradoxale gebrek aan vertrouwen vindt zijn oorsprong in de complexiteit van financiële vraagstukken, waaronder pensioen. Daar lijkt dan ook voor een belangrijk deel de kern van de oplossing te liggen. Heldere en begrijpelijke communicatie over pensioenvraagstukken zijn een eerste vereiste.
Daarnaast zijn aanvullende initiatieven nodig om een duidelijk handelingsperspectief voor deelnemers te scheppen. Denk aan verruimde keuzemogelijkheden, maatwerk met betrekking tot uitkeringen in de loop van de tijd, en persoonlijke vaststelling van het door deelnemers gewenste beleggingsrisico in de opbouwfase tot aan de pensioendatum.
Het vernieuwende karakter hiervan betreft de symbiose tussen het realiseren van positieve welvaartseffecten (hogere pensioenuitkeringen) en de aansluiting op de persoonlijke voorkeuren van deelnemers met betrekking tot hun emotionele risicobereidheid.
Met name dat laatste kan een belangrijke positieve bijdrage leveren aan het herstel van vertrouwen en draagkracht voor het Nederlandse pensioenstelsel.”
De transitie naar het nieuwe pensioenstelsel heeft veel voeten in de aarde. ” Voor beschikbare premieregelingen (DC-regelingen) is maatwerk noodzakelijk. Zelfs voor de standaard middelloon regelingen (DB-regelingen) is werk aan de winkel. Werkgevers moeten wettelijk verplichte transitieplannen maken, waarbij veel rekenwerk nodig is om evenwichtigheid aan te tonen.
Ook pensioenuitvoerders zijn aan de beurt. Zij zullen veel aandacht moeten besteden aan de uitvoering, en eveneens aan het rekenwerk om de evenwichtigheid van de contractovergang aan te tonen.
Daar liggen de uitdagingen voor de komende tijd en goede communicatie is daarbij cruciaal, ” aldus Heemskerk.
Bron: Managersonline.nl