Een ‘slechte film’, een ‘nare droom’: zo ervaren veel mensen de coronacrisis. Dat wijst volgens hoogleraar klinische psychologie Mattias Desmet op een gevaarlijk psychisch fenomeen.
Een ‘film’, ‘een nare droom’: dit soort omschrijvingen van hoe de pandemie wordt beleefd, zijn in korte tijd tot de coronaclichés gaan behoren. Het voelt soms niet helemaal echt, alsof je een soort toeschouwer bent van je eigen leven.
De beleving van de pandemie wordt op sociale media veel vergeleken met de film Groundhog Day: daarin beleeft de hoofdpersoon dezelfde dag telkens opnieuw in dezelfde eindeloze loop. Psychiatriehoogleraar Tore Nielsen schreef afgelopen maand in The Scientific American: „Voor veel mensen voelt de coronawereld alsof we in een alternatieve realiteit zijn geworpen. (..) Het is alsof we dromen.” Mark Rutte refereerde zelfs meteen al aan dat irreële gevoel bij zijn toespraak aan het land: “Je vraagt je af: gebeurt dit écht?”
Dat onwerkelijke gevoel van de pandemie dat zoveel mensen ervaren, is geen goed teken, waarschuwt Mattias Desmet, een Vlaamse hoogleraar klinische psychologie aan de Universiteit van Gent. Volgens hem is het een signaal dat er een gevaarlijk en vreemd psychologisch fenomeen optreedt: massavorming.
„Bij massavorming zorgt massale angst in een samenleving ervoor dat er een soort hypnose-achtige staat optreedt,” zegt hij aan de telefoon vanuit België. Onderbewuste processen nemen het brein dan nog meer over dan normaal en vertroebelen de ratio.
Extreme pijn
Massavorming is een fenomeen dat al eeuwen wordt bestudeerd. De Franse socioloog Gustave Le Bon merkte bijvoorbeeld aan het begin van de 20ste eeuw op dat het effect van massavorming lijkt op een soort hypnose. Zowel bij hypnose als bij massavorming vernauwt het bewustzijnsveld zich waardoor het zicht op de werkelijkheid vertroebelt. Bij hypnose kunnen mensen soms extreme pijn verdragen, zoals hete kolen of naalden in hun lijf, simpelweg omdat het zich buiten de bewuste waarneming afspeelt. Als mensen onderdeel zijn van een angstige massa, nemen irrationele en onderbewuste denkprocessen het over van rationele processen, volgens Le Bon.
De hypnoseachtige effecten van massavorming kunnen tot bizarre gedragingen leiden, waarschuwt Desmet. Dat blijkt ook uit de geschiedenis. Één van de raarste voorbeelden van hoe massavorming kan leiden tot massahysterie is de ‘dansplaag’ van 1518 in Straatsburg. Daar begonnen een paar mensen te dansen op straat, waarna zich steeds meer mensen aansloten, tot er uiteindelijk honderden mensen aan het dansen waren. Ze konden niet meer stoppen, gingen dagenlang manisch door, totdat ze in het ziekenhuis belandden. Volgens sommige historische bronnen vielen er zelfs doden. De dansende massa raakte in een soort hypnose, en vertoonde totaal onverklaarbaar, volstrekt irrationeel groepsgedrag.
Massavorming kan zich meester maken van een groep en vrijwel het hele bewustzijn overnemen: één verhaal, één idee, één gedraging. De massa kan uiteindelijk het contact met de realiteit volledig kwijtraken. De voorbeelden uit de recente geschiedenis zijn nog een stuk duisterder dan de dansplaag: massavorming speelde volgens Desmet, en veel historici en filosofen, een grote rol bij het Stalinisme, het nazisme en bij extreme sektes.
Maar nou zijn het gedrag tijdens deze pandemie en dat in sektes en in het nazisme natuurlijk niet zomaar te vergelijken. „Natuurlijk”, zegt Desmet, „maar er zijn overeenkomsten. Massavorming wordt gekenmerkt door een zeer simplistisch verhaal. Alle ellende op de wereld komt door één ding. Of het nou het proletariaat is dat onderdrukt wordt, of omdat de Joden tegen het volk samenzweren, of zoals nu: door een virus.”
Zulke verklaringen zijn natuurlijk veel te simplistisch, maar om de één of andere reden verenigen mensen zich als één blok achter zo’n irrationeel verhaal. In dit geval is het dominante verhaal nu volgens Desmet: „Álles moet erop gericht zijn om het virus te verslaan, álles moet ervoor wijken. We weten dat het irrationeel is om het hele leven, alle discussies, alle media en politiek erdoor te laten beheersen, en toch doen we het.”
Toch is een deel van de angst voor corona wel degelijk reëel: mensen sterven aan het virus, en als ziekenhuizen te vol raken, raakt de maatschappij ontwricht. Het kan ook rationeel zijn om collectief bang te zijn voor een gevaarlijk virus, toch?
„Het is de blinde en monomane manier waarop het gebeurt die opvallend is, die aantoont dat er meer aan de hand is. De balans tussen de schade van de massale angst aan de ene kant, en de reële schade door het virus aan de andere kant, is niet met elkaar in verhouding.”
Massaal onbehagen
Massavorming kan alleen in specifieke omstandigheden optreden, onder bepaalde voorwaarden, zegt Desmet. „Een maatschappij moet al verzadigd zijn van angst, onbehagen en een gebrek aan zinverlening.” Massavorming vindt zelden plaats als alles goed gaat. Als er sprake is van breed gevoeld onbehagen, een gebrek aan betekenisvol sociaal contact, dán zijn mensen heel gevoelig voor een verhaal dat één duidelijk object van hun angst aanwijst.
In het geval van de coronacrisis is duidelijk aan die voorwaarden voldaan, vindt Desmet. Er zijn veel statistieken die in de periode voorafgaand aan de pandemie wezen op sterk stijgende aantallen burn-outs, een veel hoger gebruik van antidepressiva. Veel psychiaters en filosofen spraken in de periode voor de pandemie van ‘een zingevingscrisis’.
„Die massale, vrijvlottende angst is een voedingsbodem voor het onbehagen dat we nu buitenproportioneel projecteren op dat virus”, volgens Desmet. Hij denkt dus dat er een verband is tussen alle burn-outs en depressies vóór de pandemie en hoe we nu collectief overdreven angstig reageren op het virus. „Mensen hebben een onweerstaanbare drang om hun angst ergens aan te koppelen.”
Dat is een bekend psychologisch verschijnsel. De beroemde psycho-analyticus Sigmund Freud vergeleek ons psychische angstsysteem al met de politie: „Als er geen echte schuldige is aan te wijzen, dan pakken ze liever een onschuldige op dan helemaal niemand.” Dat zie je bijvoorbeeld ook bij fobieën: ook dan projecteert iemand onderliggende angst op een irrationele manier op één object: een spin, een wesp. Zelfs als diegene rationeel weet dat het nergens op slaat om er zó bang voor te zijn, komt hij er niet zomaar vanaf.
Blinde en monomane manier
Desmet is bezorgd over waar deze massavorming toe zal leiden. „Massavorming gaat vrijwel altijd ten koste van een minderheidsgroep die tot vijand wordt verklaard. Het is bijvoorbeeld te verwachten dat mensen die zich tegen strenge maatregelen afzetten de woede van de massa over zich heen krijgen. Dat zie je al steeds meer gebeuren, en dat zal de komende maanden alleen maar heftiger worden als we niet oppassen.”
Desmet denkt dat de massale angst ertoe leidt dat mensen met verschillende opvattingen elkaar nog meer zullen demoniseren dan nu al het geval is. De allesoverheersende angstreactie op corona vindt Desmet een gevaarlijk teken, maar de vele anti-coronacomplottheorieën aan de andere kant van het spectrum ook. Die zijn een symptoom van hetzelfde psychische proces volgens hem. „Ook met complotdenken reduceer je complexe zaken tot één simpel probleem, één simpel aan te wijzen groep die expres deze problemen heeft veroorzaakt.”
Massavorming krijgt snel een eigen dynamiek. „Als één irrationeel verhaal ineens dominant is geworden, kan dat makkelijker verder ontsporen omdat mensen die zich eerder achter het verhaal hebben geschaard, nog maar moeilijk kunnen terugkrabbelen.”
De geschiedenis leert dat massavorming behoorlijk kan ontsporen voordat mensen wakker worden uit de roes en inzien dat hun gedrag eigenlijk heel vreemd is. En de oplossing is niet eenvoudig. „Daarvoor moet de onderliggende angst, het onderliggende onbehagen worden aangepakt.” Als dat niet gebeurt, blijft de maatschappij gevoelig voor massavorming, en alle opmerkelijke psychologische effecten die erbij horen, vreest Desmet. „Ik denk dat we heel vreemde tijden tegemoet gaan.”
„Het collectieve bewustzijn kan dan volledig worden overgenomen door één verhaal, in dit geval het verhaal van het virus. Omdat het bewustzijn zich zo vernauwt op één onderwerp, raakt het zicht op andere aspecten van de realiteit zoek.”
Desmet vergelijkt het met de lichtbundel van een lamp die nauwer wordt, als een spotlight, en alles wat erbuiten valt in de duisternis laat verdwijnen. „Bij massavorming ervaart het individu een soort vernauwing in de tijd, vergelijkbaar met dromen. Ook in dromen is er geen echte beleving van heden, verleden en toekomst, de beleving vindt meer plaats op één langgerekt en ongedefinieerd moment in de tijd.”
„Mensen vóélen wel dat er iets mis is aan deze reactie. Iedereen ziet: dit is niet normaal, dit is overdreven, dat álles wordt beheerst door een ‘strijd tegen een virus’.” Maar rationele afwegingen raken in een situatie van massavorming overschaduwd door de collectieve angst die alles overneemt.