De logica brengt ons van A naar B, maar in de verbeelding is alles mogelijk.

De logica brengt ons van A naar B, maar in de verbeelding is alles mogelijk.

Waarom je je mond moet houden als je creatief wilt zijn.

Wat ik in de vorige blog vertelde, was dat je als ondernemer hoogstwaarschijnlijk gebruik maakt van de onderbewuste aangeboren talenten vanuit je rechterhersenhelft.

Misschien denk je nu, waar heeft ze het over?

Mooi dat ga ik je nu uitleggen en dat kan jou veel voordelen opleveren.

Onderbewuste aangeboren talenten, die we allemaal hebben, kun je via de inzet van je rechterbreinhelft gemakkelijk bereiken.

Oh? Hoe dan?

Nou kijk, alle hele jonge kinderen zijn afgestemd op de gevoelskant (rechter kant) van de hersenen. Een kind is namelijk (buiten enkele primaire levensbehoeften zoals eten en drinken) bijna alleen maar gericht op het proeven en checken van sferen.

Waarom? Omdat het dan weet dat het veilig is.

En wat heeft dat met ondernemen te maken?

Dat zit zo, als we opgroeien en we leren praten, trekt de taal je uit de gevoelskant van je hersenen weg en werk je automatisch steeds meer in de ratio-kant, de linkerhersenhelft.

Ja, én?

Dit betekent dat als je weet dat in de rechterhelft de aanleg voor creativiteit, passie, liefde en sociale vaardigheden, intuïtie enz. enz. te vinden is en het talige deel in het linkerbrein huist, je waarschijnlijk nu ook begrijpt dat er dan ineens minder focus overblijft voor het rechterbreindeel.

In het rechterbrein werk je 32x zo snel dan in het linker.

Dus op het moment dat je gaat praten, verleg je je focus van rechts naar links. Te weten dat taal heel traag en begrenzend is.

Via beelden, gevoel, proeven en het ruiken van geuren kan je veel meer en sneller informatie verwerken en opslaan. Bovendien kunnen gevoelens nooit liegen maar met woorden kunnen we dat wel. Wat dit allemaal inhoudt is heel boeiend, waarschijnlijk ook voor jou als ondernemer.

Als je hier nog meer over wil weten, lees dan mijn volgende blog.

beUnited Blog Sinterklaascadeautjes de fiscale regels

Sinterklaascadeautjes – de fiscale regels

De coronamaatregelen gooien veelal roet in het eten rondom het traditionele sinterklaasfeest. Toch hoeft de goede Sint niet aan werkgevers voorbij te gaan. Het blijft daarbij belangrijk dat werkgevers de fiscale regels goed in de gaten houden.

Waarschijnlijk organiseren de meeste werkgevers vanwege de coronamaatregelen geen sinterklaasfeest op het werk. Dat betekent niet dat ze Sinterklaas aan hen voorbij hoeven te laten gaan. Zo kunnen werkgevers de cadeautjes en versnaperingen naar de werknemer thuis sturen. In dat geval zijn de attenties belast loon. De werkgever kan dan de waarde in het economisch verkeer bij het loon van de werknemer tellen en normaal belasten, of aanwijzen als eindheffingsloon ten laste van de vrije ruimte. In de praktijk wordt meestal gekozen voor de laatste optie. Het is immers niet zo leuk als de kosten (deels) op de loonstrook van de werknemer verschijnen.

Voor niet-werknemers gelden afwijkende regels

Voor uitzendkrachten en freelancers die bij de organisatie van de werkgever werken, kan de werkgever de kosten niet in de vrije ruimte onderbrengen. De werkkostenregeling geldt immers alleen voor werknemers die bij de organisatie op de loonlijst staan.Om verstrekkingen voor deze niet-werknemers onbelast te laten, moet de werkgever de eindheffing toepassen voor verstrekkingen aan zakelijke relaties die werknemers ook tegelijk en voor dezelfde gelegenheid ontvangen. De niet-werknemer moet hier over worden geïnformeerd. Als de waarde van de verstrekking niet meer is dan € 136, betaalt de werkgever 45% eindheffing. Is de waarde van de verstrekking meer dan € 136, dan betaalt hij over de totale waarde 75% eindheffing.

Sinterklaasfeest op de werkplek of externe locatie

Heeft een werkgever toch een manier bedacht om het sinterklaasfeest coronaproof te organiseren? Dan hangt de fiscale behandeling van de chocoladeletters, strooigoed, speculaas en andere consumpties af van de locatie van het feest. Als het plaatsvindt op de werkplek, geldt voor de consumpties voor de werknemer en zijn gezin een nihilwaardering (tool). Dit geldt ook voor werknemers van andere vestigingen, locaties of kantoren en voor werknemers van andere werkgevers met wie de werknemer de concernregeling (infographic) toepast.

Vindt het feest op een externe locatie plaats, dan moet de waarde van de consumpties én de rest van het feest bij het loon van de werknemers geteld worden. Maar de werkgever kan de waarde ook als eindheffingsloon onderbrengen in de vrije ruimte (tool). Dit geldt ook voor andere kosten voor het feest, zoals het inhuren van een hulpsinterklaas of het laten reinigen van de sint- en pietenpakken.

BRON

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on telegram
Share on whatsapp
Share on email
Share on print
beUnited Blog De 4 grootste e-maildreigingen van dit moment

De 4 grootste e-maildreigingen van dit moment.

E-mail was in vrijwel elke organisatie al dagelijkse kost, maar is sinds de coronacrisis een populairder communicatiemiddel dan ooit. Dat weten cybercriminelen ook, en maken daar met listige trucs dankbaar gebruik van. Waar moeten we waakzaam voor zijn, en hoe beschermen we ons ertegen?

Het zijn gouden tijden voor hackers. De schaal waarop ze e-mailaccounts aanvallen groeit al jaren, en het digitale kraakgereedschap was nog nooit zo geavanceerd. Daarbij liggen e-mailadressen voor het oprapen. In 2019 belandden tijdens een enkel lek 2 miljard unieke e-mailadressen op straat.  

Die aantrekkende storm is dit jaar beslist niet gaan liggen. Door de coronacrisis werken we massaal thuis, en is e-mail een nog dankbaarder communicatiemiddel dan voorheen. Bovendien is de honger naar informatie rondom covid-19 een gewild lokaas voor phishingcampagnes. Nog nooit waren hackers zo kien op e-mailgebaseerde aanvallen dan nu. 

Dit zijn momenteel de grootste e-maildreigingen: 

1. Phishing 

Bij phishing vissen aanvallers naar persoonlijke informatie en inloggegevens. Ze doen zich daarbij vaak voor als een betrouwbare persoon of partij. Bijvoorbeeld door gebruikers via een misleidende e-mail te lokken naar een echt ogende website op een vervalst domein. Ze vragen daar vervolgens naar inloggegevens, die linea recta naar de aanvallers worden gestuurd.  

Die gegevens bieden vaak weer toegang tot andere e-maildomeinen, waar hackers kunnen meekijken met het e-mailverkeer en zo meer contextuele informatie kunnen achterhalen. Denk daarbij aan namen van het hoger management of businesscontacten. Met die informatie kunnen ze vervolgens frauduleuze aanvallen opzetten, zoals het versturen van nepfacturen. 

2. CEO-fraude

Met name CEO-fraude is een zeer gevaarlijk en snelgroeiend fenomeen. Hackers gaan bij dit type phishing zeer geduldig en gericht te werk. Ze mikken hierbij op specifieke organisaties, vaak bedrijven met veel waardevolle data of liquide middelen. 

Aan CEO-fraude gaat vaak een uitgebreide voorbereiding vooraf. Aanvallers bevinden zich maanden of zelfs jarenlang ongezien op het bedrijfsnetwerk en maken zich daar de handel en wandel van een organisatie eigen.  

Met die informatie kunnen ze zich in phishingmails vervolgens geloofwaardig voordoen als bijvoorbeeld een leidinggevende. Vanuit het account van een hooggeplaatste kunnen ze zo gevoelige informatie lospeuteren of bijvoorbeeld medewerkers sommeren om een betaling te doen op een vals rekeningnummer. 

3. Verlies van (gevoelige) data 

Een van de grootste e-maildreigingen komt van binnenuit: de eigen medewerkers. Op dagelijkse basis belanden via e-mail gevoelige gegevens door onoplettendheid in verkeerde handen. Bijvoorbeeld door per ongeluk verkeerde contactpersonen te adresseren. Denk ook aan het versturen van gevoelige data via privé-mailaccounts.  

Het probleem is wijdverspreid. Maar liefst bijna 60 procent van de bedrijven wereldwijd heeft te kampen gehad met verlies van gevoelige data. Dat ligt deels aan het gebrek aan beleid. Veel organisaties hebben geen regels opgesteld over het versturen van gevoelige gegevens via e-mail.  

Zijn de privacygevoelige data persoonsgegevens, dat is bovendien sprake van een datalek. Dat geeft onder de AVG een compleet nieuwe waaier van risico’s: het klantvertrouwen kan een knauw krijgen, en bovendien bestaat er een risico op een forse boete van de Autoriteit Persoonsgegevens. 

4. Ransomware

Ook ransomware is een e-mailgerelateerd risico dat kan leiden tot dataverlies. Hackers versleutelen hierbij waardevolle gegevens en maken deze enkel weer beschikbaar in ruil voor losgeld. Het resultaat: gegevensverlies, downtime, en wanneer organisaties het losgeld betalen natuurlijk directe financiële schade. Wanneer ransomware bestanden heeft versleuteld die persoonsgegevens bevatten, dan wordt ook dit als een datalek gezien. 

E-mailaccounts zijn vaak het startpunt van een aanval. Hackers sturen via phishingmails een ‘dropper’, een Trojaans paard dat ongezien op de achtergrond de daadwerkelijke ransomware binnenhaalt. De dropper is daarbij vermomd als onschuldige bijlage, bijvoorbeeld als Office-document of zipfile. 

Ransomware is een specifieke vorm van malware. Malware vormt in zijn algemeenheid een risicofactor voor e-mailverkeer. 94% van alle malware komt binnen via de mail.  

Risico’s verkleinen

Gelukkig kunt u met een pakket aan maatregelen deze risico’s verkleinen: 

Veilige e-mailgateway

Een veilige e-mailgateway vormt een soort tussenstation dat het binnenkomende en uitgaande e-mailverkeer controleert op verdachte zaken zoals spam, spoofing en phishing. Ook herkent het malware, eventueel gebruikmakend van sandboxing voor het herkennen van zero-day-aanvallen. Het kan dienen als bewakingslinie voor de eigen mailserver, maar ook als aanvulling op de ingebouwde e-mailbeveiliging van clouddiensten als Office 365.  

Een goede e-mailgateway beschikt over functies als encryptiemogelijkheden, realtime bedreigingsinformatie en point-in-timebeveiliging. Dat laatste betekent dat niet alleen inkomende en uitgaande e-mails ‘bij de voordeur’ worden gecheckt, maar e-mails ook eenmaal binnen continu in de gaten gehouden worden. Op die manier kan zo’n oplossing bijvoorbeeld geavanceerde phishingaanvallen een halt toeroepen. Ook filteren ze uitgaande mail, zodat je eigen accounts moeilijker gebruikt kunnen worden door aanvallers. 

Bewustwordingstrainingen

Zelfs de meest geavanceerde securitytechnologie is vrij nutteloos als medewerkers niet weten hoe ze risico’s kunnen verkleinen. Bewustwordingstrainingen helpen daarbij en zijn dan ook een onmisbaar onderdeel van de ‘securitymix’. Deze trainingen hebben bewezen effect. De clickrate op phishingmails daalt ieder jaar, en steeds meer aanvallers worden gerapporteerd door de ontvangers. 

Endpointsecurity

Oplossingen voor endpointsecurity verkleinen de kans dat langs de e-mailgateway geslopen malware een kans krijgt toe te slaan en/of zich verder verspreidt over het netwerk. 

Multi-factor authenticatie

Multi-factor authenticatie (mfa) vergroot de zekerheid dat gebruikers daadwerkelijk zijn wie ze beweren te zijn. Dat is zeker in een situatie met veel thuiswerkers belangrijk, omdat daarbij veel inlogpogingen ‘van buiten’ op bedrijfsmiddelen plaatsvinden.  

Naast een wachtwoord moeten ze bij mfa een tweede inlogmiddel overleggen, zoals een token of code die ze op hun mobiel toegestuurd krijgen. Op die manier verkleint zo’n voorziening de kans dat hackers met gestolen of gelekte wachtwoorden zich toegang tot e-mailaccounts en andere bedrijfsmiddelen verschaffen. 

Veilig e-mailarchief

E-mail kan al snel fors in volume toenemen. Bovendien zijn organisaties verplicht hun correspondentie te bewaren. Niet voor niets beschikken veel organisaties over een e-mailarchief. Zonder adequate securityvoorzieningen zijn deze archieven echter een waardevol doelwit voor hackers. Eenmaal binnen hebben ze immers vaak voor jaren aan gevoelige informatie. Kies dan ook voor e-mailarchiefoplossingen met geavanceerde beveiligingsfuncties als encryptie, veilige aanmeldmethoden en een uitgebreid rechten- en rollensysteem.

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on telegram
Share on whatsapp
Share on email
Share on print
beUnited Blog Is het dragen van mondkapjes aan te raden

Is het dragen van mondkapjes aan te raden?

Afgelopen weekend wilde ik op zaterdag even snel boodschappen doen voor het weekend. Op de fiets reed ik naar het winkelcentrum, stalde mijn fiets en liep de Jumbo in. Tot mijn grote verbazing zag ik daar zo’n 75% van de mensen met een mondkapje lopen. Degene – waaronder ik – zonder een mondkapje, waren duidelijk in de minderheid.

Niet verplicht

Ik was verbaasd, want de overheid heeft dit niet verplicht gesteld. Sterker nog, ze hebben zelfs meerdere keren gezegd dat het niet zoveel zin heeft en het zeker niet wetenschappelijk onderbouwd is. Dat het eigenlijk alleen een psychologisch effect heeft. En dat terwijl het voor de drager helemaal niet zo gezond is. Waarom wordt het dan toch gedaan?

Groepsdruk

Als eerste is een belangrijk aspect, de groepsdruk. Het is een heel menselijk gevoel dat je niet buiten de groep wilt vallen of afwijkend wilt zijn. Voor veel mensen is dat aanleiding genoeg om mee te doen aan deze “rage”. De groepsdruk is niet alleen in je omgeving groot maar bijvoorbeeld ook op social media. Als je namelijk een afwijkende mening durft te hebben op gebied van Covid-19, dan word je al snel geframed en geshamed. Dat voelt niet fijn, dus ben je eerder geneigd om je mening aan te passen en te laten zien: “Kijk, ik hoor er ook bij hoor!” Zonder je echt te realiseren wat je doet. Want: “Ach, wat kan zo’n mondkapje nou voor een kwaad. Als je daar toch een ander een plezier mee doet…“

Het tweede aspect is het feit dat de meeste mensen van nature goed wil doen en we willen al zeker niet verantwoordelijk zijn voor de ziekte van een ander. Dat dit niet kan – als je zelf niet ziek bent – dat is blijkbaar niet van belang. De uitstraling dat we ons steentje bijdragen, is belangrijker. “En ach, het is toch een kleine moeite?“

Klopt. Het is een kleine moeite om zo’n mondkapje op te zetten, maar dat is nog iets anders dan of het ook daadwerkelijk bijdraagt aan het vergroten van de volksgezondheid of verkleinen van de kans op besmetting. En dan is het antwoord helaas “nee”. Op beide stellingen trouwens. Want met het dragen van een mondkapje verklein je niet de kans dat de ander wordt besmet, maar je vergroot wel de kans dat je met het langdurig dragen van een mondkapje de kans om zelf ziek te worden, vergroot. Ik ga dat even uitleggen.

Aerosols

Je hebt de afgelopen maanden ongetwijfeld de term “aerosols” voorbij horen komen. Tot een half jaar geleden had ik er nog nooit van gehoord, maar inmiddels is het waarschijnlijk het meest gebruikte woord als het over Covid-19 gaat. Mocht de hele discussie langs je heen zijn gegaan, aerosols zijn microscopische kleine deeltjes van het virus, die in de lucht zweven en die wij inademen. In de buitenlucht is dit amper aan de orde, maar in (slecht geventileerde) binnenruimtes zweven deze druppeltjes in de lucht. Die druppeltje zijn echter zo minuscuul klein dat ze makkelijk door jou (niet medische) mondkapje doordringen. Je ademt ze dus nog steeds in, dus ook als je een mondkapje draagt. Dat betekent dat een mondkapje jou niet beschermd om ziek te worden en andersom dus ook niet.

Chirurgen en mondkapjes

Dan verwijs je wellicht nu naar de medische mondkapjes, want waarom dragen chirurgen deze als ze niet zouden werken? Goede vraag en logische redenering, maar…chirurgen dragen deze mondkapjes om te voorkomen dat ademhalingsdruppels van de chirurg het operatiegebied en het blootliggende interne weefsel van hun chirurgische patiënten verontreinigen. En niet ter bescherming van virale overdracht, zoals dit het geval is bij Covid-19.

Ik citeer Dr. Jim Meehan, chirug: “De CoVID-19-pandemie gaat over virale overdracht. Chirurgische en stoffen maskers doen niets om de overdracht van virussen te voorkomen. We moeten nu allemaal beseffen dat het nooit is aangetoond dat gezichtsmaskers virale overdracht voorkomen of beschermen. Dat is precies waarom ze nooit zijn aanbevolen voor gebruik tijdens de uitbraak van seizoensgriep, epidemieën of eerdere pandemieën.” Bron

En eigenlijk wordt dit door de overheid ons ook verteld. Volgens Jaap van Dissel is het noodzakelijk dat 200.000 mensen, 14 dagen lang een mondkapje moeten dragen om mogelijk één besmetting te voorkomen. Ik herhaal “mogelijk” en dan gaat het ook nog maar slechts om één besmetting en wat ook nog niet wil zeggen dat je daadwerkelijk ziek wordt. En zelfs voor deze stelling is géén wetenschappelijke onderbouwing. Het is puur een aanname.

Ziek worden van mondkapjes

Het dragen van gezichtsmaskers voor langere periode is echter niet ongevaarlijk. Het inademen van zuurstof wordt namelijk beperkt en de hoeveelheid CO2 wordt juist vergroot. Het dragen van mondkapjes is ongezond, het leidt tot stress, frustreert non-verbale communicatie en kan leiden tot ongewenste psychische effecten op de lange termijn. Nu veel mensen regelmatig gezichtsmaskers hebben gedragen, zeggen een aantal mensen dat het dragen van een masker ervoor zorgt dat ze zich flauw voelen en licht in het hoofd.

In dit artikel worden diverse onderzoeken besproken en op gevaar gewezen. Er valt onder andere te lezen: Wanneer een persoon is geïnfecteerd met een respiratoir virus, zullen ze bij elke ademhaling een deel van het virus verdrijven. Als ze een masker dragen, vooral een N95-masker of een ander nauwsluitend masker, zullen ze de virussen constant opnieuw inademen, waardoor de concentratie van het virus in de longen en de neusholtes toeneemt. Je snapt dat dit je gezondheid niet ten goede komt, maar er is meer.

Bacteriën en schimmels

Het uitademen zorgt ervoor dat zich bacteriën en schimmels ophopen in de stoffen mondkapjes, waar we steeds opnieuw door moeten inademen. Dat klinkt niet alleen ongezond, dat is het ook. En ook nu hoor ik je de vraag alweer stellen over het dragen van mondkapjes door chirurgen. Zij vallen toch ook niet om tijdens het opereren. Nee, gelukkig niet. Maar dan ga ik toch weer even dr. Jim Meehan citeren:

“In tegenstelling tot het publiek dat maskers draagt ​​in de gemeenschap, werken chirurgen in steriele chirurgische ruimten die zijn uitgerust met zware luchtuitwisselingssystemen die een positieve druk handhaven, de kamerlucht op een zeer hoog niveau uitwisselen en filteren en het zuurstofgehalte van de kamerlucht verhogen. Deze omstandigheden beperken de negatieve effecten van maskers op de chirurg en het personeel in de operatiekamer. En toch, ondanks deze extreme klimaatcondities, tonen klinische onderzoeken de negatieve effecten (verlaging van de arteriële zuurstof en kooldioxide-herademhaling) van chirurgische maskers op de fysiologie en prestaties van de chirurg aan.

Daarbij dragen ze het masker voor korte tijd en vervangen het bij de eerste tekenen van overmatige vochtophoping, waarvan ze weten dat het de effectiviteit van het masker vermindert en de negatieve effecten vergroot. Chirurgen hergebruiken chirurgische maskers nooit en ze dragen ook nooit stoffen maskers.”Bron

Politiek lobbyen

Zelfs de WHO gaf tegenover BBC toe dat haar update van het maskerbeleid van juni 2020 niet te wijten was aan nieuw bewijs, maar aan politiek lobbyen. Dit lijkt in de praktijk ook duidelijk tot uiting te komen. Veel staten en landen die in het voorjaar verplichte gezichtsmaskers in het openbaar vervoer en in winkels introduceerden , zoals Hawaï , Californië , Argentinië , Spanje , Frankrijk , Japan en Israël , zagen vanaf juli een sterke toename van het aantal infecties, wat wijst op een lage effectiviteit van het maskerbeleid. Oostenrijkse wetenschappers ontdekten dat de invoering, intrekking en herintroductie van een mandaat voor gezichtsmaskers in Oostenrijk geen invloed had op het besmettingspercentage van het coronavirus. Bron

Kinderen en mondkapjes

Het is dus eigenlijk niet wenselijk dat we massaal deze kapjes gaan dragen en onze kinderen dit soms ook op leggen. De negatieve gevolgen voor de kids wegen absoluut niet op tegen de “mogelijke” bescherming. Nieuwe studie van de universiteit van Leipzig toont aan hoe schadelijk de maatregelen zijn voor kinderen en welke invloed een lockdown heeft op hun psychische gezondheid.

Lees ook de openbrief van artsen aan gezondheidsprofessionals

Meerderheid ouders wil geen strengere coronamaatregelen op school

Een ruime meerderheid van de ouders (75%) is geen voorstander van strengere coronamaatregelen op school. Ouders vinden met name het verplichten van een mondkapje (77%) en het opnemen van de temperatuur van kinderen (76%) geen wenselijke maatregel. Ook zien ze weinig in het houden van 1,5 meter afstand of het halveren van de klassen. Er is wel een verschil tussen de basisschool en de middelbare school. Ouders met kinderen op de middelbare school pleiten iets vaker voor strengere maatregelen dan ouders met kinderen op de basisschool.

Mondkapjes
Bron

Sommige scholen gaan “los”

Bij scholen lijkt het nogal een willekeur geworden aan maatregelen. Ons bereiken allerlei geluiden. De ene school verplicht een kind (onder de 13) tot een test, de ander wil alle medische documenten van een kind met een snotneus krijgen, en er zijn ook scholen die een mondkapje verplicht stellen. De school SG Gerrit Rietveld in Purmerend gaat wel heel ver in het beleid. Zij belonen kinderen met muntjes voor het dragen van een mondkapje. Kinderen kunnen met die muntjes schoolbenodigdheden kopen of een “uitslaapkaart”. Hoe kun je dit verzinnen en hoe kun je als school kinderen belonen om iets te doen wat aantoonbaar niet gezond voor ze is!

Op grond waarvan? Dit nog naast het feit dat je hiermee kinderen en ouders tegen elkaar uitspeelt, want wanneer je als ouder afwijzend staat – om heel goed moverende redenen – tot het dragen van een mondkapje, dan kom je door dit soort maatregelen in conflict met je zoon of dochter. Want die wil best ook zo’n uitslaapkaart! Welke pre-puber wil dat nou niet? Realiseer je echter goed, dat jij als ouder altijd verantwoordelijk blijft voor de gezondheid van je zoon of dochter.

Blijf altijd zelf nadenken en onderzoeken

Natuurlijk moet je vooral blijven doen wat voor jou goed voelt. Als het dragen van een mondkapje jou het gevoel van veiligheid geeft, dan geeft je dat ook een stukje rust. Het is echter wel belangrijk dat je je realiseert dat het hier gaat om een gevoel van schijnveiligheid en dat het dragen van een mondkapje je niet beschermt tegen allerlei ziektes. Integendeel. Bij foutief gebruik van een mondkapje kunnen ze je juist ziek maken.

Ik ben geen wetenschapper of arts, ik ben slechts een moeder van een puber die ik zo gezond mogelijk wil opvoeden. Daarom probeer ik zo logisch mogelijk na te denken en laat ik me vanuit diverse professionele invalshoeken informeren. Als er namelijk een geringe kans is dat het dragen van een gezichtsmasker schade aan ons en onze kinderen kan aanbrengen, waarom zouden we dit risico dan willen nemen? Vooral omdat het wel helder is dat er géén wetenschappelijke onderbouwing bestaat voor het nut hiervan…

Achtergrond informatie

Wil je meer weten over de werking van mondkapjes of misschien wil je wel een voorbeeldbrief voor de school van je zoon of dochter? Dan heb ik hier nog een paar interessante links voor je.

Brief naar school
Waar is de wetenschappelijke onderbouwing?
Effectiviteit van chirurgische en katoenen maskers bij het blokkeren van SARS-CoV-2

Bron artikel

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on telegram
Share on whatsapp
Share on email
Share on print
beUnited Blog Weg met de verplichte mondkapjes

Weg met de verplichte mondkapjes

Stop het verplicht dragen van mondkapjes en de anderhalve meter-maatregelen: er is onvoldoende evidence en draagt niet bij aan een betere gezondheid en economie

Vanaf 1 december wordt het dragen van niet-medische mondkapjes waarschijnlijk wettelijk verplicht in openbare binnenruimtes, contactberoepen en onderwijsinstellingen. Volgens immunoloog dr. ir. Carla Peeters ontbreekt hiervoor de wetenschappelijke grond, en kan deze verplichting onze gezondheid zelfs schaden.

De praktijk leert dat de maatregelen van de anderhalve meter economie en het dragen van mondkapjes geen aanwijsbare positieve impact hebben op de vermindering van het aantal besmettingen met het SARS-COV-2-virus. Integendeel: steeds meer wetenschappelijke publicaties tonen dat de maatregelen een averechts effect hebben op de gezondheid en economie. Door het wegnemen van deze maatregelen kan de angst afnemen waardoor mensen weer gezonder eten, meer bewegen en beter slapen. Factoren die een positieve invloed hebben op de gezondheid en daardoor een betere immuniteit en bescherming tegen de verspreiding van virussen, die meer kansen creëren voor een duurzaam herstel van de economie en minder schadelijk zijn voor het milieu.

In recent gepubliceerde onderzoeken is geen aanvullend bewijs voor het dragen van mondkapjes gevonden

De onderzoeken die veel in de media geciteerd worden, leveren geen aanvullend bewijs voor het stimuleren van het dragen van mondkapjes door gezonde mensen. Het door de WHO gefinancierde onderzoek gepubliceerd in de Lancet presenteert een indirecte conclusie over de effectiviteit van het dragen van mondkapjes door gezonde mensen om de verspreiding van het virus te voorkomen, aan de hand van enkele case studies in een gezinssituatie. De Duitse studie van het onderzoeksinstituut IZA toont aan dat de introductie van mondkapjes geen effect had op de infectieverspreiding. Alleen in de stad Jena werd een sterke afname van infecties gezien. Tegelijkertijd introduceerde Jena strikte quarantaine maatregelen bij griepverschijnselen en positieve besmettingen. Dat lijkt een aannemelijkere verklaring voor het waargenomen effect. Begin juni verklaarde WHO-expert dr. Maria van Kerkhoven dat transmissie door personen die drager zijn van het virus en geen verschijnselen vertonen, zelden voorkomt. Bij de weinige personen bij wie dit wel kon worden aangetoond bleek sprake te zijn van direct lichamelijk contact.

Steeds meer wetenschappelijke publicaties tonen dat de corona-maatregelen een averechts effect hebben op de gezondheid en economie.

WHO adviseert negatief voor het dragen van maskers tijdens het sporten

Indiase sportonderzoekers publiceerden een artikel in Medical Hypotheses dat de fysiologie verandert wanneer tijdens intensief sporten een masker wordt gedragen. Door de WHO wordt het dragen van een mondkapje/masker tijdens het sporten ten sterkste afgeraden (Nieuwsbrief 22 juni 2020). In Nederland heeft 58% van de bevolking een chronische ziekte die mogelijk veel eerder met een mondkapje dan door intensief sporten ernstig negatieve effecten op de fysiologie kunnen ervaren. Het dragen van mondkapjes kan het immuunsysteem verzwakken en leiden tot fysieke en emotionele klachten. Maskers en mondkapjes worden onvoldoende gecheckt op aanwezigheid van toxische of carcinogene stoffen.

Experts vinden het dragen van maskers risicovol voor het vormen van infectiehaarden

De Duitse viroloog prof. dr. Streeck vindt het dragen van mondmaskers in publieke ruimtes een potentiële infectiehaard van bacteriën en schimmels. Ook dr. Jenny Harries, plaatsvervangend medisch officier in Engeland (Independent, 12 maart 2020) is van mening dat het dragen van een masker door gezonde mensen eerder een risico vormt door ondeskundig gebruik ervan. Het Nederlandse straatbeeld met mensen die medische maskers onder de kin dragen bevestigt dit.

Positieve waarnemingen bevestigen dat het virus kan uitdoven

Met de hoge temperaturen en een krachtige zomerzon zien we ondanks de versoepeling van de maatregelen een steeds verdere daling van de verspreiding van het virus en het aantal mensen dat ten gevolge van COVID-19 in het ziekenhuis wordt opgenomen en overlijden. In de periode van 18 mei t/m 21 juni 2020 (weken 21 t/m 25) werden 130 keel- en neusmonsters afgenomen bij patiënten met een acute luchtweginfectie die de huisarts bezochten. In deze monsters werd 13 maal rhinovirus, één maal enterovirus en één maal SARS-COV-2 gevonden. Na de demonstratie van Black Lives Matter in Amsterdam, waarbij door meer dan duizend deelnemers de 1,5 meter of mondkapjes maatregelen niet opgevolgd zijn, is er geen stijging van besmettingen waar genomen. Ook na de versoepeling van de bezoekersregelingen voor kwetsbare mensen in verpleeghuizen, het heropenen van scholen en horeca, volle stranden en recreatieparken blijft de daling zich voortzetten. Het seizoensprofiel van het COVID-19-virus, dat bekend is van andere virussen die bovenste luchtweginfecties veroorzaken, verloopt vergelijkbaar met dat van de andere Europese landen en de UK. Berekeningen van het sterftecijfer resulteert in 0,1% tot maximaal 0,4 %, dat in sommige infectiehaarden zoals New York wordt bereikt. Dit sterftecijfer van 0,1-0,4 % is vergelijkbaar met de jaarlijks seizoensgebonden griepepidemie.

De angst en stress in de maatschappij heeft een tegengesteld effect en verzwakt het immuunsysteem

Gezonde mensen beschikken over een krachtig natuurlijk beschermingssysteem. Al eeuwen wordt het menselijk lichaam dagelijks blootgesteld aan vocht en druppels met daarin aanwezige infectieuze micro-organismen (virussen en bacteriën). Het binnendringen van deze mico-organismen wordt door een geavanceerd werkingsmechanisme voorkomen. De eerste barrière is het voorkomen dat micro-organismen zich aan weefsel kunnen hechten. Dit gebeurt door hoesten, niezen, neusharen, trilhaarcellen en slijmvormende cellen. Wanneer mico-organismen zich wel hechten aan weefsel kunnen bepaalde cellen van het immuunsysteem (de zgn. macrofagen) ervoor zorgen dat de micro-organismen worden ingekapseld en vernietigd. De derde barrière wordt gevormd door cellen, die geactiveerd worden tot een humorale of cellulaire immuniteit, wanneer de eerste en tweede barrière onvoldoende effectief blijken te zijn om het virus te neutraliseren. Dit zijn de humorale (IgM- en IgG-antistoffen), mucosale (IgA-antistoffen) en cellulaire (B- en T-cel-activatie) immuniteit die in contact met een lichaamsvreemde stof of micro-organismen kan worden opgewekt. De humorale, mucosale en/of cellulaire immuniteit helpt ter bescherming bij een volgende besmetting met hetzelfde of een daarop gelijkend infectieus micro-organisme. Een recent onderzoek gepubliceerd in Nature legt een mogelijke relatie in beschermende/neutraliserende antistoffen voor SARS-COV-2 en SARS-COV-1. Een ander onderzoek in Cell toont aan dat de meeste mensen het coronavirus neutraliseren door de mucosale (IgA) en cellulaire immuniteit (T-cellen) terwijl ze weinig of geen symptomen ondervinden.

Om erger te voorkomen is een tijdige en maximale inzet voor een krachtig immuunsysteem nodig

Hoewel de maatregelen van de intelligente lockdown sinds een maand enigszins versoepeld zijn, blijft voor velen het gevoel van angst en stress. Onzekerheid wordt gevoed door het continueren van de maatregelen van de 1,5 meter economie, het dragen van mondkapjes terwijl de besmettingscijfers en het aantal mensen dat wekelijks overlijden aan COVID-19 de noodzaak hiertoe niet kunnen onderbouwen. Dit gevoel wordt versterkt door de aankondiging van een noodzakelijke noodwet waarbij de burger zijn grondrechten dreigt te verliezen en de waarschuwingen voor een tweede piek gebaseerd op aannames en rekenkundige modellen. Natuurlijk is het belangrijk om voorbereid te zijn op worst case scenarios. Het opschalingsplan naar 1700 ic-bedden dat vorige week aan minister Van Rijn werd aangeboden, wordt nog niet door verpleegkundigen en intensivisten omarmd. Een onderzoeksteam van het UMCG en het LUMC adviseren dat bij een tweede golf het verpleeghuis zelf de bezoekersregelingen mag bepalen. Het ziekteverzuim onder het personeel stijgt. Er is vrees voor een tweede golf. Kortom: er zijn op dit moment veel factoren die de stress verhogen van zorgpersoneel en de burger. Langdurige stress (langer dan 2-3 weken) kan de natuurlijke bescherming door het lichaam onderdrukken.

Het bevorderen van gezondheid is de basis van de gezondheidszorg en de innerlijke drive van alle mensen die in de zorg werken.

Door de immuniteit te versterken kan het virus uitdoven. Juist nu is het ontwikkelen van een effectief werkende natuurlijke bescherming nodig om het virus uit te doven en een eventuele volgende explosieve piek met het SARS-COV-2-virus of de infectie door een ander griepvirus te voorkomen. Bij oudere kwetsbare mensen, waarvan 20% of meer ondervoed is en die weinig in het zonlicht kunnen komen, blijkt het immuunsysteem door het suppleren van extra nutriënten (o.a. Vitamine D) effectiever te beschermen voor de ernstige gevolgen van COVID-19. In Zweden en Engeland wordt dit beleid met Vitamine D-suppletie al geïmplementeerd. Ook voor zorgmedewerkers is een goed functionerend immuunsysteem essentieel. De besmettingsgraad van infectieziekten blijkt in ziekenhuizen en verpleeghuizen vaak groter. Met 30% van het zorgpersoneel dat de COVID-19-situatie als traumatisch heeft ervaren is extra zorg en aandacht hiervoor op zijn plaats. Zorgmedewerkers verdienen de mogelijkheid om effectieve immuun versterkende en goede beschermende persoonlijke middelen (medische maskers) te kunnen gebruiken die geen nadelige gevolgen hebben op hun gezondheid.

Het bevorderen van gezondheid is de basis van de gezondheidszorg en de innerlijke drive van alle mensen die in de zorg werken.

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on telegram
Share on whatsapp
Share on email
Share on print
beUnited Blog Wist je dat als je ondernemer bent, je eigenlijk een durfal bent

Wist je dat als je ondernemer bent, je eigenlijk een durfal bent!

Je dus in het diepe durft te springen, langs alle veilige sociale voorzieningen van onze maatschappij op? Hoeveel mensen blijven niet uit angst hangen in de logge ziekmakende systemen? Heb je er wel eens bij stil gestaan dat jij dus ‘guts’ hebt?

Een compliment aan jou dus.

Er is een vrij grote kans dat jij een bijzondere kijk op de wereld hebt. En dat je creatieve ideeën hebt, die zomaar uit het niets opploppen. Heb je niets van dit alles, dan wordt succesvol ondernemen best een dingetje.

Wist je dat de meest succesvolle mensen op aarde ondernemen vanuit hun intuïtie? Maar zodra er angst in het spel komt, gaat het bij hen ineens mis. Interessant niet?

En wist je dat echte grootheden, vaak niet of nauwelijks geschoold zijn?
Wist je ook dat mensen zoals Walt Disney, Einstein, Da Vinci, Jan de Bouvrie, Beethoven en andere bekenden vaak Dyslexie-achtige klachten hadden? Dat ze dus moeite hadden met letters en/of cijfers?

Vandaag de dag lopen steeds meer kinderen vast op school?

Hoe komt dat nou en wat heeft dat alles met jou te maken? Dat komt omdat zij, en waarschijnlijk ook jij, een dominante rechterhersenhelft hebben. Wat dat betekent is dat de gevoelskant van jouw hersenen sterker in wordt gezet dan de ratio/bewuste kant van jouw hersenen.

Wat dat voor jou kan betekenen, vertel ik je in mijn volgende blog. En dat kan heel interessant zijn en jou meer over jezelf vertellen. Doe er vooral je voordeel mee.

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on telegram
Share on whatsapp
Share on email
Share on print
beunited blog Kan jouw bedrijf 2021 aan

Kan jouw bedrijf 2021 aan?

Juist nu is het belangrijk om het fundament van jouw bedrijf te verstevigen en het niet alleen klaar te maken voor 2021 maar ook voor daarna.

Ja, dat is best lastig door de onzekere periode waarin we nu zitten. Maar toch wil ik je vragen niet te blijven focussen op wat er nu is, maar op waar jij naar toe wil en hoe je dat kunt doen.

Operating System

Daarvoor heb je een goed besturingssysteem nodig. Dat is geen nieuwe technische tool of hip systeem, maar een Operating System. Vergelijk het met een pc. Zo lang alle belangrijke basis onderdelen werken, werkt een pc prima. Zo gauw er bepaalde onderdelen kapotgaan of missen, wordt de pc trager of werkt niet meer.

Een Operating System in een bedrijf kun je zien als een set van concepten en tools die het bedrijf gebruikt om vooruit te blijven bewegen in welke situatie dan ook.

Een Operating System voor een bedrijf is veel meer dan een strategisch plan voor de lange termijn. Het is ook een manier om de juiste mensen op de juiste plaats te krijgen, processen kort, simpel, snel en goed te laten verlopen en het strategisch plan ook daadwerkelijk tot uitvoering brengen.

Het zorgt voor een gestructureerd framework dat de visie van het bedrijf helder maakt voor iedereen binnen het bedrijf, het geeft richting, zorgt voor discipline en accountability terwijl het bedrijf constant vooruit blijft bewegen.

EOS©

Een voorbeeld van een Operating System dat goed werkt voor bedrijven met 10 tot maximaal 200 medewerkers is EOS©. Dit staat voor Entrepreneurial Operating System©.

EOS© kent 6 Key Components™ voor elk bedrijf dat wil groeien naar een sterk bedrijf:

  1. Vision:
    De visie van jouw bedrijf glashelder in kaart gebracht en duidelijk voor iedereen in het bedrijf.
  2. People:
    De juiste mensen op de juiste plek. Omring jezelf met A-spelers.
  3. Data:
    Heel eerlijk, met een handjevol benodigde cijfers, kijken naar hoe het er écht voor staat in je bedrijf.
  4. Issues:
    Stop met pleisters plakken op problemen maar durf ze beet te pakken en voor eens en voor altijd op te lossen zodat het bedrijf ook écht verder kan groeien.
  5. Process:
    De kernprocessen op een bepaalde manier systematiseren en documenteren is the key. Dat zegt alles over de manier hoe jij jouw bedrijf runt. Dat zorgt ervoor dat je consistent kunt opschalen.
  6. Traction:
    Focus, discipline en accountability als basis op alle vlakken in je bedrijf, zodat iedereen dagelijks de noodzakelijk vereiste acties doet om van de visie werkelijkheid te maken.

Meer weten over EOS©?

In het boek Traction© van Gino Wickman lees je meer over het Entrepreneurial Operating System©. Download hier gratis hoofdstuk 1 van dit boek.

Wil jij EOS© gaan implementeren in jouw bedrijf en wil je samen met jouw leiderschapsteam meer leren over het systeem, de tools en het proces? Neem dan hier contact op om een gratis 90 minuten sessie voor jou en je leiderschapsteam te plannen. Implementeren doe je tenslotte écht samen.

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on telegram
Share on whatsapp
Share on email
Share on print

De grootste valkuil van iedere ondernemer

Bij ons vorige bedrijf (NETonline) deden we alles, maar dan ook echt alles op het gebied van online presence voor onze klanten. We bouwden websites, verzorgden de hosting, deden systeembeheer, beheerde de social media kanalen, maakten de huisstijl en namen we alles uit handen op het gebied van zoekmachinemarketing.

In het begin leek dit natuurlijk leuk, want klanten konden bij ons voor alles terecht, maar later kwamen klanten dan ook voor alles bij ons terecht.

Ieder klein klusje moesten we doen, ieder probleem moesten we oplossen, we moesten alle expertise in huis hebben en konden met geen enkele partij samenwerken, omdat iedereen onze concurrent was.

Ik was in de valkuil getrapt

Ondanks dat ik er nog zo voor wilde waken, was ik in de valkuil getrapt waar veel ondernemers intrappen. De valkuil van alles naar je toe willen trekken. Alles wel redelijk kunnen, waardoor je nergens echt goed in kunt worden.

Het internet landschap verandert continu en ook nog eens in een razend tempo. Als je alles aanbiedt, dan kun je haast niet bijblijven bij alle veranderen die haast dagelijks plaatsvinden.

Je kunt goed zijn in zoekmachine optimalisatie, in adverteren, in huisstijl ontwikkelen, webshops laten groeien, social media marketing en websites bouwen, maar het is onmogelijk om hierin echt te excelleren.

Wie zou je het beste kunnen helpen?

Als je op vakantie wilt naar de Westkust van de Verenigde Staten en je hebt ontzettend lang gespaard om echt een onvergetelijke reis te maken. Bij wie ga je dan advies inwinnen? Bij het reisbureau op de hoek, het bedrijf dat reizen aanbiedt naar bestemmingen over de hele wereld, ga je naar de Amerika specialist, óf ga je naar de Westkust specialist van de Verenigde Staten?

Wie zou je het beste kunnen helpen met het organiseren van jouw droomreis? Waarschijnlijk de Westkust specialist. Zij weten namelijk alle ins en outs, kunnen je het beste advies geven en weten vaak ook de niet zo bekende locaties aan te wijzen die eigenlijk wel de moeite waard zijn.

Specialisme zorgt voor klanten

Als ik klanten wil werven via LinkedIn, dan ben ik het beste geholpen bij een LinkedIn specialist. Een webshop succesvol laten groeien is een hele andere tak van sport dan een website bouwen. Wie kan mij het beste helpen? Iemand die alleen maar dat ene ding doet dat ik nodig heb.

De sleutel tot succes is het kiezen van je niche. Als je één ding doet waar je echt heel erg goed in bent, dan kun je stoppen met al die dingen waar je eigenlijk toch niet zo goed in bent en kunnen klanten veel makkelijker voor je kiezen. Jij bent immers de expert, de beste persoon die ze kan helpen.

Heb jij al een lucratieve niche gekozen?
Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on telegram
Share on whatsapp
Share on email
Share on print
beunited blog Familiebedrijven worden gedreven door rendement en harmonie

Familiebedrijven worden gedreven door rendement én harmonie.

Van suf en saai naar betrouwbaar, solvabel, met een goed oog voor de lange termijn. Het imago van familiebedrijven is de laatste 20 jaar langzaam maar zeker totaal gekanteld. Hoogleraar Roberto Flören: ‘Telkens weer blijkt dat familiebedrijven het op lange termijn financieel beter doen dan niet-familiebedrijven.’ 

Sinds 2002 bekleedt Roberto Flören de RSM-leerstoel Familiebedrijven en Bedrijfsoverdracht aan Nyenrode. Deze leerstoel wordt gesponsord door consultancybedrijf RSM en NPM Capital. Toen een nog jonge Flören in 1992 op Nyenrode Business Universiteit begon met een onderzoeksprogramma naar familiebedrijven, merkte hij al snel dat ondernemerschap in het algemeen gezien werd als een vies woord.

‘Nyenrode-studenten die uit een familie met een eigen bedrijf kwamen, wilden daar nog niet dood gevonden worden. Die wilden alleen stagelopen bij multinationals van naam.’

Nu, na diverse boekhoudschandalen (Enron, Ahold) en een ingrijpende financiële crisis, is duidelijk geworden dat familiebedrijven géén last hebben van een doorgeslagen bonuscultuur, directiesalarissen die afhangen van de beurskoers en hijgerige aandeelhouders; een mix die zoals is gebleken makkelijk leidt tot risicovol kwartaaldenken.

Familiebedrijven worden doorgaans geleid door geduldige rentmeesters, die niet in kwartalen denken maar in generaties. De cijfers? Ze presteren gemiddeld beter dan niet-familiebedrijven. 

Waar komt uw passie voor familiebedrijven vandaan?

‘Dat zal u niet verrassen: mijn eigen familie had een bedrijf. Mijn opa begon in 1934 in Gouda met het verkopen en repareren van typemachines. Mijn vader ging op zijn 14e ook werken in Flören Kantoormachinehandel. Maar met de opkomst van computers, in de jaren ’80 van de vorige eeuw, ging het bedrijf snel achteruit. Mijn zus en ik wilden onze vader niet opvolgen. Toen heeft hij het bedrijf verkocht. Meteen daarna werd hij letterlijk ziek. Het doet pijn als je opeens een andere naam ziet staan op de gevel van jouw bedrijf.’

Is dat niet vaak de tragiek van familiebedrijven: dat ze er niet in slagen tijdig te switchen naar kansrijkere product- marktcombinaties?

‘Ja, dat is een van de zwaktes van familiebedrijven. Hoewel het een mythe is dat familiebedrijven niet innovatief zouden zijn, weten we uit onderzoek. Je ziet soms dat de familie bereid is om meerdere jaren geen dividend te ontvangen, omdat hun bedrijf dat geld in innovatie wil steken. En ze realiseren zich dat als ze geduld hebben, hun innovatie-investering op termijn kan gaan renderen. Andere zwaktes? Een te grote emotionele betrokkenheid die kan leiden tot gebrek aan besluitvaardigheid of verkeerde beslissingen. Tegelijk is het vaak de kunst om te zorgen dat familieleden die wel mede-eigenaar zijn maar niet in het bedrijf werken, toch betrokken rentmeesters blijven. Dat ze het bedrijf niet alleen zien als dividendmachine, maar zich gedragen als goede ambassadeurs van het bedrijf.

Tot voor kort vonden buitenstaanders, waaronder ook wetenschappers, dat je familieleden niet in het management moest hebben. Dat zou zorgen voor te weinig ratio. Maar die opvatting wordt weerlegd door het succes dat familiebedrijven boeken.

Uit allerlei onderzoeken blijkt telkens weer dat familiebedrijven het op lange termijn financieel beter doen dan niet-familiebedrijven. Zo brachten beleggingen in Europese familiebedrijven vanaf 2006 per jaar gemiddeld bijna 5 procent meer op dan een investering in een niet-familiebedrijf.’

 Prof. dr. Roberto Flören

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on telegram
Share on whatsapp
Share on email
Share on print
Cultuur het grootste risico voor een onderneming

Cultuur het grootste risico voor een onderneming

De grootste bedreiging van de continuïteit van een onderneming? Er is voor prof. mr. Steven Schuit, hoogleraar Governance and Responsibility aan Nyenrode Business Universiteit, geen twijfel over mogelijk. “It’s the culture, stupid.”

Schuit is opnieuw één van de sprekers tijdens de collegereeks Risk & compliance die op dinsdag 10 november van start gaat. “Cultuur is bepalend voor de strategie”, stelt Schuit in zijn uitleg. “Van een sustainable strategie komt weinig tot niets terecht als de corporate culture niet klopt met de omstandigheden waarin de organisatie verkeert. Met omstandigheden bedoel ik de dingen die spelen in de tijd. Denk aan lange termijn zaken als CO2 en de klimaatdiscussie, ongelijkheid en op de korte termijn onderwerpen als de MeToo-discussie en de gele hesjes. Daar hoort ook de opvattingen bij over de naleving van wet- en regelgeving. Dat zijn tekenen aan de wand. Je moet die tijdsgeest weten te grijpen als organisatie en er zo goed mogelijk bij aansluiten, anders ben snel je out of business. Ze zijn essentieel voor je risicomanagement, maar ook voor het pakken van kansen als onderneming. De cultuur moet een reflectie zijn van de normen en waarden die de onderneming mede ontleent aan de tijdsgeest en de omstandigheden. Kortom, cultuur is bepalend voor je strategie.”

Te weinig aandacht voor corporate culture

Het baart Schuit dan ook zorgen dat er onder bestuurders zo weinig aandacht is voor corporate culture. “Dat blijkt ook uit onderzoek van INSEAD. Ongelofelijk. Twee derde van de bestuurders ziet cultuur niet als factor in risicomanagement. Het ontgaat ze compleet. Dat vind ik bijzonder vreemd, ook al omdat cultuur bepaalt of je medewerkers elkaar aanspreken op gedrag. Cultuur maakt of medewerkers signaleren dat gedragingen in strijd zijn met de regels en normen van de onderneming. Cultuur heeft dus ook een invloed op het feit of er corruptie of omkoping plaatsvindt. Ik zeg dat zonder aarzeling, omdat onderzoek aantoont dat bij een goede ondernemingscultuur er minder fraude plaatsvindt. In een goede ondernemingscultuur is risk en compliance niet een van buiten opgelegde matrix van regels. Nee, het is een deel van de werkbeleving die de onderlinge verhoudingen bepaalt.”

Verbeteren van bedrijfscultuur

Raden van Bestuur moeten sturen op het verbeteren van die bedrijfscultuur. “In de vernieuwde Corporate Governance Code is vereist dat daarover vanaf 2018 wordt gerapporteerd. De bedrijfscultuur is daarmee een formeel onderwerp geworden op de agenda van de RvB en RvC. De RvB moet er over praten en kan het onderwerp niet negeren. Ze moeten er zelfs periodiek met een extern deskundige over sparren; dat kan de accountant zijn. Dat het op de agenda is komen te staan, is een verdienste van de codecommissie onder leiding van Jaap van Manen. Als er bijvoorbeeld een cultuur heerst van uitsluitend grof winstbejag, dan kunnen stakeholders daar nu met een verwijzing naar de code het bestuur van de onderneming op aanspreken met de vraag of deze cultuur wel past bij een sustainable bussiness model. Er moet zelfs formeel naar worden gekeken door de accountant bij de audit. Hoe is de tone at the top, zoals bedoeld in de COSO-principes?”

Durven bestuurders elkaar te bevechten?

Die tone at the top, is een belangrijk element in de bedrijfscultuur, stelt Schuit. “Durft men elkaar aan te spreken? Is er sprake een serieuze dialoog in de raad van bestuur, maar ook richting de raad van commissarissen? Dat de bestuurders elkaar niet alleen bevestigen, maar ook durven te bestrijden. Ik heb het wel eens meegemaakt dat de Raad van Bestuur een onderling pact sloot om een voorstel door de RvC heen te krijgen. Je ontneemt de RvC het inzicht van de argumenten en invalshoeken die zijn uitgewisseld. Een RvC heeft meestal veel minder kennis over de markt, technologische ontwikkelingen, financieringsmogelijkheden, concurrentie en arbeidsomstandigheden en staat toch al op een achterstand ten opzichte van de RvB. Dan zie je dus maar de helft van de factoren die een rol spelen. Zonde, want je wilt juist de inhoudelijke discussie kunnen voeren.”

Kijk naar de achterliggende factoren

Schuit komt met een voorbeeld bij Numico, waar hij commissaris was. “We hadden een goede RvB die veel wist van de markt voor babymelk. Als RvC en als RvB hadden we allemaal onze eigen ideeën over de groei van de bedrijfsactiviteiten in China. En eerlijk gezegd waren plannen van beide zijden destijds niet heel erg realistisch. We hebben toen gezamenlijk besloten om twee dagen te kijken naar de achterliggende factoren om deze te doorgronden. Dan gaan bij jou, als commissaris, de ogen open, maar krijgen de leden van de Raad van Bestuur ook feedback op dingen die ze net iets te vanzelfsprekend zijn gaan vinden. Toen bleek dat we veel meer studie moesten gaan doen. We waren simpelweg nog niet toe aan een besluit.”

Factoren van buiten naar binnen halen

“De onderneming fungeert niet in isolement”, beschouwt Schuit. “En dus moet je factoren van buiten naar binnen halen. Hoe werkt de omgeving in op de onderneming? Je maakt dan een schets van de factoren in de wereld die bepalend zijn voor de waarden en normen van je bedrijf op de lange termijn. Die normen en waarden vertaal je weer naar je strategie en uiteindelijk naar de uitvoering ervan.’ Schuit vindt dan ook dat Raden van Bestuur risicobeheersing in dat grote plaatje moeten gaan zien. ‘Blijf niet steken in korte termijn risico’s, waar de onderneming vast al een handboek voor heeft. Creëer een cultuur waarin risico’s worden onderkend en geadresseerd, in plaats van weggestopt.”

Niet zo nauw nemen met de regels

‘Ik wil niet als een heilig boontje overkomen’, vervolgt de hoogleraar. “Maar ik vind dat er teveel wordt gedacht vanuit de pakkans. We pompen de resultaten aan het eind van het jaar op, want dat ziet toch niemand. Of: we nemen het met de belasting minder nauw, want we hebben net de FIOD langs gehad. Die voeren toch niet snel twee keer achter elkaar een controle uit.” Schuit noemt in dit licht ook ING. “Hoe kan het dat bij een bank met meer dan honderd medewerkers op compliance niemand de vinger heeft opgestoken? En ook de cfo niet? De case ING – de bank maakte mogelijk dat criminelen geld konden witwassen – maakt klip en klaar dat risico’s ook zitten in dingen die je niet onmiddellijk ziet. Risico’s zitten juist in zaken die je niet hebt opgeschreven. In het geval van ING lag de focus te veel op omzet behalen en was de tone at the top vermoedelijk dat ‘we het niet zo nauw hoeven te nemen’ met regels.”

Verantwoordelijk houden

Het gebouw van risicomanagement zag er van buiten prachtig uit. “Maar waar waren de three lines of defence? Maar waar was de audit committee? Waar was de RvC? De cfo is afgetreden, maar had hij niet veel eerder ontslagen moeten worden? Of ceo Hamers ook ontslagen had moeten worden? Dat vind ik moeilijk te zeggen. Want dan heb je meteen ook een leiderschapsissue voor de komende periode te pakken. Maar ING zou er goed aan doen om meer mensen verantwoordelijk te houden en voorbeelden te stellen, ook in de top. Als de audit committee zo aan het slapen is, dan moet je de voorzitter ontslaan. Dat is niet gebeurd. In deze cultuur kom je dus weg met een ernstige overtreding van de regels, terwijl de bank een maatschappelijke functie heeft. Daar zit hun license to operate.”

Bron

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Share on telegram
Share on whatsapp
Share on email
Share on print