Nederland kan gesloten winkelketens veel ruimhartiger steunen dan het nu doet. Het kabinet zegt niet meer steun te kunnen bieden vanwege Europese staatssteunregels, maar binnen die regels is juist veel meer mogelijk. Dat blijkt uit een rondgang onder staatssteunexperts.
- Voor grote retailers in Nederland is het huidige noodsteunpakket niet genoeg om ze uit de problemen te helpen.
- Tot nu toe heeft minister van Economische Zaken Bas van ‘t Wout verzoeken om verhoging van de maximum subsidiebedragen afgewezen.
- Meer noodsteun voor de grootwinkelbedrijven zou volgens hem in strijd zijn met Europese staatssteunregels.
- Maar die bewering klopt niet, zeggen winkelbedrijven en deskundigen op het gebied van staatssteun.
Brandbrief 40 retailers
Veertig grote retailers hebben woensdag een brandbrief aan de Tweede Kamer gestuurd, waaronder Zeeman, Van Haren en Blokker. Het meest recente noodsteunpakket van €7,6 mrd is een welkome verlichting voor het midden- en kleinbedrijf, schrijven zij. Maar door de lage noodsteunplafonds hebben grotere ketens ‘hier nauwelijks wat aan’. Samen hebben de bedrijven 3588 winkels, bijna 40.000 mensen in dienst en een omzet van circa €4 mrd.
Grote winkelbedrijven krijgen nu maximaal €400.000 per kwartaal vergoed voor de vaste lasten, met een totaalplafond van €800.000. Ondertussen zijn ze dikwijls al tientallen miljoenen kwijt. Sinds half december zitten de deuren dicht en is de omzet tot een dieptepunt gekelderd.
Vooral middelgrote bedrijven balanceren naar eigen zeggen op de rand van de afgrond. Grote internationale winkelketens hebben nog inkomsten uit het buitenland, waar winkels veelal open zijn. Middelgrote bedrijven vaak niet.
Verzoeken afgewezen
Tot nu toe heeft minister van Economische Zaken Bas van ‘t Wout verzoeken om verhoging van de maximum subsidiebedragen voor grote winkelketens afgewezen. Meer noodsteun voor de grootwinkelbedrijven is in strijd met Europese staatssteunregels, zei hij twee weken terug in de Tweede Kamer. Nederland mag zijn eigen ondernemingen immers niet bevoordelen.
Die redenering klopt niet, schrijven de winkelketens. ‘Hogere steunbedragen mogen wél van de EU. Grootwinkelbedrijven niet steunen is een politieke keuze.’
‘De minister heeft zeker niet alle staatssteunrechtelijke registers opengetrokken om grote retailers te helpen. Het is dus maar zeer de vraag of ‘Brussel’ zijn keuze dicteert.’ aldus Ali al Khatib, advocaat en staatssteunexpert
Vijf experts op het gebied van staatssteun scharen zich in grote lijnen achter de winkelketens. Het is ‘onjuist en misleidend’ om te beweren dat het grootwinkelbedrijf niet kan worden geholpen vanwege Europese staatssteunkaders, zegt advocaat en staatssteunexpert Ali al Khatib. ‘De minister heeft zeker niet alle staatssteunrechtelijke registers opengetrokken om grote retailers te helpen. Het is dus maar zeer de vraag of “Brussel” zijn keuze dicteert. Nederland haalt simpelweg niet het onderste uit de kan.’
Blokker en Intertoys
Het moederbedrijf van Blokker en Intertoys stevent door de lockdown af op omzetverlies van meer dan €100 mln in dit kwartaal, laat Blokker-ceo Jeanine Holscher weten. ‘Een vergoeding van €400.000 per kwartaal is voor ons nog niet eens één week huur.’
De deskundigen wijzen erop dat de Europese Commissie de mogelijke plafonds voor de zogeheten Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) op 28 januari heeft verhoogd. Sindsdien kunnen vrijwel alle ondernemingen maximaal €1,8 mln aan tegemoetkoming ontvangen, mits lidstaten goedkeuring vragen bij de Europese Commissie. Voor hogere plafonds dan €1,8 mln bestaan bovendien aanvullende mogelijkheden.
Nederland heeft de plafonds gelaten zoals ze zijn. Hierdoor ligt het maximum van de TVL-regeling nog steeds op €800.000. In een reactie erkent het ministerie van Economische Zaken dat er verruimde staatssteunkaders zijn. ‘Maar we hebben nog niet besloten of, en zo ja, in welke mate daarvan gebruik wordt gemaakt. In zijn algemeenheid zijn grote bedrijven beter in staat om de liquiditeits- en solvabiliteitspositie te versterken. Ze kunnen door hun onderhandelingspositie gemakkelijker afspraken maken met andere partijen in de keten, zoals leveranciers en verhuurders.’
Uit een recent gepubliceerd document van de Europese Commissie blijkt dat Nederland 2 februari nog contact heeft gehad met Brussel. In een voetnoot van dat document valt één ding op, zegt de Utrechtse hoogleraar staatssteun Allard Knook: ‘De Commissie merkt op dat Nederland ervoor kiest bij de oude plafonds te blijven, ondanks de mogelijke verhoging. Terwijl de Europese bereidwilligheid momenteel enorm groot is.’
‘Winkelketens hebben gelijk’
Juridisch hebben winkelketens het bij het juiste eind, zegt ook Pieter Kuypers, advocaat en staatssteunexpert bij de Radboud Universiteit. ‘Die Europese maxima zijn bedoeld om een gelijk speelveld te bevorderen. Nederland kiest voor een strenge lockdown en houdt hardnekkig vast aan de sluiting van winkels. Staatssteunrechtelijk is het dan volstrekt logisch om voor hogere plafonds te kiezen.’
Volgens minister Van ‘t Wout gaat ruimhartiger steun voor het grootwinkelbedrijf ten koste van de verruimde regels voor het mkb. De minister heeft tussen die twee groepen bedrijven moeten kiezen, zei hij in de Tweede Kamer. Staatssteunexperts noemen dit een vals dilemma. Het kabinet had prima ervoor kunnen kiezen beide groepen te helpen, zeggen zij. Denemarken en Zweden hebben (alternatieve) steunregelingen die de vaste lasten van kleine én grote ondernemingen vergoeden, tot plafonds van respectievelijk €3 mln en €14 mln.
‘Het terugkomen op een voorgelegde regeling ligt gevoelig, maar de belangen van grotere ondernemingen en daarmee van de Nederlandse economie zijn te groot om hier niet serieus naar te kijken.’Greetje van Heezik, staatssteunexpert en advocaat
Ook in Nederland is nog steeds meer mogelijk, zeggen deskundigen. ‘Het terugkomen op een voorgelegde regeling ligt gevoelig’, zegt staatssteunexpert en advocaat Greetje van Heezik. ‘Maar de belangen van grotere ondernemingen en daarmee van de Nederlandse economie zijn te groot om hier niet serieus naar te kijken.’
Imagoprobleem
Grote winkelketens vermoeden dat een imagoprobleem hen parten speelt. In verkiezingstijd lijkt het sympathieker om de bakker om de hoek overeind te houden dan een grote winkelketen, zegt een ingewijde die anoniem wil blijven. ‘Uit de gelederen van Economische Zaken krijgen wij letterlijk te horen: de argumenten zijn aan jullie zijde, maar de emotie is dat niet. Politici praten media na, en dan zijn alle grotere bedrijven fiscale trukendozen.’