De COVID-19-crisis biedt volgens directeur Klaus Schwab van het World Economic Forum kansen voor een hervorming van de wereldeconomie. Hoogleraar Bob de Wit aan Nyenrode Business Universiteit waarschuwt dat deze ‘Great Reset’ vooral de belangen van digitech-, financiële en farmaceutische bedrijven dient in een wereldorde waarin nationale staten en democratische controle ondergeschikt zijn.
Vooruitlopend op de publicatie van zijn boek COVID-19: The Great Reset op 9 juli 2020, presenteerde World Economic Forum (WEF) voorman Klaus Schwab in juni 2020 zijn voorstel om de COVID-19-pandemie aan te grijpen voor een hervorming van de wereldeconomie. Dit zou volgens Schwab hoogstnoodzakelijk zijn.
Het beloofde optimistische vooruitzicht luidt als volgt: verhoogde duurzaamheid, minder sociale ongelijkheid en stakeholderkapitalism[1]. De timing van het boek was opmerkelijk, aangezien de pandemie nog geen half jaar gaande was – onvoldoende tijd voor de ontwikkeling en publicatie van het 282 pagina’s tellende boek. Dit deed velen vermoeden dat de crisis werd aangegrepen om een reeds ontwikkelde ‘Great Reset’ te propageren.
Om de Great Reset mogelijk te maken is volgens Schwab een “nieuwe economische en politieke orde” noodzakelijk; een nieuwe maatschappelijke orde dus.[2] De bestaande nadruk op natiestaten wat betreft het nemen van economische en politieke beslissingen – al dan niet in supranationale verbanden – moet worden vervangen door governance op wereldschaal, ook wel een wereldregering of ‘New World Order’ genoemd.[3]
Historisch gezien is het een begrijpelijke ontwikkeling: beslissingsbevoegdheden en macht zijn door de eeuwen heen ‘opgeschaald’ van lokaal naar regionaal (waaronder provincies en kantons) naar nationaal niveau. Daaropvolgend werden in het industriële tijdperk vele ondernemingen internationaal – mede als gevolg van technologische ontwikkelingen die het afleggen van grote afstanden mogelijk maakten, waardoor afzetgebieden konden worden vergroot en de productiekosten verlaagd.
Hierdoor nam in het publieke domein het belang van afstemming tussen natiestaten sterk toe. Bovendien konden belangrijke vraagstukken zoals de plastic soep, biodiversiteit en klimaatproblemen alleen nog op wereldschaal worden aangepakt door ‘global institutions’.
In de geschiedenis hebben vaker transities naar een nieuwe maatschappelijke orde plaatsgehad
Het toenemende belang van supranationale vraagstukken leidde tot een explosie van het aantal niet-gouvernementele organisaties (ngo’s). In honderd jaar tijd steeg het aantal ngo’s van ongeveer 400 tot meer dan 40.000 (het exacte aantal is onbekend), met een geschat gezamenlijk budget van 25 tot 30 miljard euro.[4] Deze organisaties werden steeds belangrijker in de nationale en internationale besluitvorming.[5]
Het historische verloop van maatschappelijke transities
In de geschiedenis hebben vaker transities naar een nieuwe maatschappelijke orde plaatsgehad. Die transities waren het gevolg van een verandering van de primaire bron van economische waarde-creatie; oftewel, een verandering van de economische bedrijvigheid die voor een stad, regio of nationale staat het belangrijkste is.[6]
Er valt onderscheid te maken tussen vier verschillende maatschappijgolven: Society 1.0 tot Society 4.0.[7] In de agrarische samenleving – Society 1.0 – vond de grootste waarde-creatie plaats door het ontginnen van land, waardoor de economische macht lag bij de eigenaren van land. Dit leidde tot een feodale samenleving met een kleine, rijke en machtige elite van landeigenaren.
Tijdens deze feodale agrarische samenleving nam het economische belang van handel toe. Er ontstonden diverse handelssteden waar de waarde-creatie geheel of grotendeels door handel plaatsvond. Op nationaal niveau werd in Nederland handel gaandeweg de belangrijkste bron van waarde-creatie.
De Republiek werd een van de machtigste en rijkste landen ter wereld
In 1588 werd de ‘Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden’ opgericht: de start van Society 2.0. De maatschappelijke inrichting van de Republiek werd gebaseerd op de toenmalige primaire bron van waarde-creatie: internationale handel. Het leidde tot een succesvolle periode; de Republiek werd zelfs een van de machtigste en rijkste landen ter wereld en wordt daarom (in Nederland) ook wel de ‘Gouden Eeuw’ genoemd.
Met de uitvinding van de eerste machine in 1764, de Spinning Jenny, ontstond gaandeweg een nieuwe en nog krachtigere bron van economische waarde-creatie: industriële productie. Toen dit de primaire bron van waarde-creatie werd, leidde dit middels een ‘industriële revolutie’ tot de industriële samenleving, oftewel, Society 3.0.
Twee factoren werden maatschappelijk dominant: kapitaal (vanwege de grote vraag naar investeringsgeld) en arbeid (omdat veel mensen nodig waren in de industriële productie). De noodzaak om in een industriële samenleving een balans te vinden tussen de factoren arbeid en kapitaal werd bestudeerd door vele denkers, wat leidde tot diverse mogelijke maatschappijmodellen zoals socialisme, marxisme, leninisme en kapitalisme.
In 2021 staan er geen industriële bedrijven meer in de top van ‘s werelds grootste ondernemingen
In de meest succesvolle industriële samenlevingen werd gekozen voor het kapitalisme, in combinatie met de invoering van een vorm van partijendemocratie waarin burgers konden stemmen op arbeid (links) of kapitaal (rechts). In de Verenigde Staten en Groot-Brittannië is een tweepartijensysteem ingevoerd, terwijl in Nederland partijen ontstonden op links (arbeid), rechts (kapitaal), of ergens in het midden met een meestal levensbeschouwelijke basis.
De transitie naar Society 4.0
Vandaag de dag, in 2021, is industriële productie niet meer de belangrijkste bron van economische waarde-creatie en bevinden zich geen industriële bedrijven meer in de top van ‘s werelds grootste ondernemingen. De grootste ondernemingen zijn vooral digitech-bedrijven (zoals Apple en Google), beleggers en banken (zoals Berkshire Hathaway en JP Morgan Chase) en farmaceutische bedrijven (zoals Johnson & Johnson en Pfizer).[8]
Zoals het geval in vorige maatschappelijke transities valt te verwachten dat andere bronnen van waarde-creatie zullen leiden tot de transitie van een industriële samenleving (Society 3.0) naar een volgende samenlevingsvorm die zich de komende jaren zal gaan vormen: Society 4.0.
Een aantal veranderingen zal van invloed zijn op de vorming van een nieuwe samenleving onder de noemer van Society 4.0. Ten eerste zal naar verwachting de factor arbeid in belang afnemen, waardoor het balanceren tussen arbeid en kapitaal veel minder relevant wordt.[9]
Als gevolg hiervan zal ten tweede het partijen-democratische systeem (het voor ons bekende democratische partijstelsel) steeds minder effectief zijn, en mogelijk zelfs tot politieke en maatschappelijke versplintering leiden.
De transitie naar Society 4.0 zal mogelijk zelfs tot politieke en maatschappelijke versplintering leiden
Ten derde is de machtsverhouding tussen nationale staten en de grootste waarde-creërende ondernemingen veranderd in het voordeel van de laatsten, en zal deze verhouding nog verder verschuiven. Deze ondernemingen zijn immers geen nationale maar mondiale spelers, en een aantal van hen zijn inmiddels groter, rijker en machtiger dan veel landen.
Ten vierde neemt het belang van wereldwijde governance – in tegenstelling tot nationale governance – van mondiale spelers toe, en met name van de Verenigde Naties en ngo’s.
Als gevolg van de veranderende machtsverhouding passen de mondiale spelers zich steeds minder aan de diversiteit van nationale wetten en regels aan. Steeds meer leggen deze ondernemingen hun regels op aan klanten in terms and conditions, gedragen zich als ‘regelgevende instanties’ en worden daarom ook wel aangeduid met de term corporate-states. Deze corporate-states streven naar voor hen zo gunstig mogelijke en wereldwijd uniforme regels in natiestaten.[7]
De huidige New World Order wordt gevormd door corporate-states, door een aantal NGOs zoals Artsen zonder grenzen, Amnesty International, Greenpeace en de Bill & Melinda Gates Foundation, door internationale organisaties als World Economic Forum en World Health Organisation, en door de Verenigde Naties.
Er is op wereldschaal geen democratisch feedbacksysteem om de belangen van burgers te dienen
Geen van deze sleutelspelers – corporate-states, NGOs, internationale organisaties en VN – zijn echter democratieën. Er is op wereldschaal geen democratisch feedbacksysteem om de belangen van burgers te dienen, anders dan indirecte nationale vertegenwoordiging in internationale instituties door niet-gekozen politici.
Grote landen – vooral China en de Verenigde Staten – zijn nog machtig genoeg om invloed te hebben op deze maatschappelijke ontwikkeling op wereldschaal, maar andere natiestaten zijn dat niet meer.
Europa zou eventueel een rol kunnen spelen, maar daarvoor is volgens voormalig premier Jan Peter Balkenende “een nieuw Europees verhaal nodig”:[10] De EU is weliswaar een monetaire unie met open grenzen, maar kan onvoldoende een vuist maken in het machtsspel op wereldschaal.
Onrustige transitiejaren
De geschiedenis heeft geleerd dat elke overgang naar een volgende maatschappijvorm gepaard is gegaan met onzekerheid, onrust, tegengestelde belangen en verschillende maatschappijvisies.[7] Het machtsvacuüm tussen twee maatschappijvormen heeft vaak geleid tot confrontaties, crises en revoluties.
Soepel afscheid nemen van oude structuren en in harmonie de toekomst omarmen is veel mensen niet gegeven
Het heeft ook geleid tot oorlogen wanneer er mensen of groepen opstonden die een bepaalde maatschappijvisie wilden afdwingen, desnoods met veel geweld. Zij beschouwden het machtsvacuüm als een ‘opportunity’ om de samenleving een bepaalde visie op te leggen en hun positie te versterken.
Soepel afscheid nemen van oude structuren en in harmonie de toekomst omarmen is veel mensen niet gegeven. Een belangrijke factor hierbij is dat het nu juist de bestaande machthebbers zijn die geen belang hebben bij de transitie naar Society 4.0 en zich een andere maatschappijvorm niet kunnen voorstellen. Op dezelfde manier behoorden de feodale leiders tot de allerlaatsten die de mogelijkheid, noodzaak en wenselijkheid van een handelsrepubliek konden voorstellen.[11]
In de huidige transitie naar Society 4.0 zijn dezelfde transitiepatronen zichtbaar, met betogingen en demonstraties van burgers (zoals de ‘gele hesjes’), en met vele nieuwe burgerinitiatieven op diverse maatschappelijke thema’s. In het huidige systeem van partijpolitieke besluitvorming neemt het aantal partijen toe wat leidt tot een verspintering in het parlement – ook wel ‘bubbeldemocratie’ genoemd. Dit bemoeilijkt de politieke democratische besluitvorming op ‘oude’ maar ook ‘nieuwe’ thema’s. De partijendemocratie op nationaal niveau, die is ingerichte op de industriële samenleving, moet worden getransformeerd naar een samenleving op wereldschaal, ingericht voor wereldspelers.
Transitie naar een world government
The Great Reset van Klaus Schwab is het voorstel van de World Economic Forum aan de wereldgemeenschap over hoe de toekomstige samenleving eruit moet zien. Dit is gebaseerd op de belangen van de internationale corporate-states die in Society 4.0 de grootste economische waarde creëren: ondernemingen in (vooral) digitech, finance en farma.[8]
Het betekent een transitie naar een world government waarin nationale staten ondergeschikt zijn
Het betekent een transitie naar een world government waarin nationale staten ondergeschikt zijn en waarin internationale organisaties, NGOs en de VN wereldwijd de publieke regie krijgen.
Daarnaast zal in deze transitie stakeholder capitalism belangrijk worden, wat de belangen van een beperkte groep stakeholders zal dienen- een groep die geld en macht inzet om de in gevaar zijnde Planet Earth te verduurzamen.[12]
De COVID-19-crisis is een actuele real-life case van de door Klaus Schwab gewenste toekomstige maatschappelijke wereldorde, waarin internationale organisaties de regie nemen. In februari 2020 meldde de World Health Organization dat in Wuhan een uiterst dodelijk en besmettelijk virus de wereld zou overspoelen’.[13]
De World Economic Forum heeft de pandemie vervolgens aangegrepen om The Great Reset te versnellen. De corporate-states profiteren van de maatregelen door een verkoopexplosie van vaccins en testen, omzetrecords bij digitale technologiebedrijven en hoge rendementen van globale investeerders en beleggers.
In The Great Reset[14] is geen rol weggelegd voor democratische feedback-mechanismen om de belangen van het overgrote deel van de burgers in de wereld te kunnen dienen. De bedoelingen klinken nobel: “You’ll own nothing. And you’ll be happy.”[15] Echter komt de voorgestelde maatschappijvorm neer op een Great Elite Reset: een feodale maatschappijvorm op wereldschaal. Hoe ‘Great’ is dan de Great Reset van World Economic Forum eigenlijk voor burgers?
Deze bijdrage in Clingendael Spectator is deels gebaseerd op het boek ‘Society 4.0: Resolving eight key issues to develop a citizens society’ (VMN, 2021) van Professor Bob de Wit.
29 april a.s. lezing & Signeersessie
Professor Bob de Wit zal, donderdag 29 april, tijdens BitterBallenBorrel Nieuwegein, live;
- een lezing houden over zijn boek Society 4.0
- het gekochte boek Society 4.0, signeren
Reserveren verplicht
BitterBallenBorrel Nieuwegein is van origine laagdrempelig netwerken zonder verplichtingen maar, op basis van de COVID-19 richtlijnen, is reserveren verplicht.
Er gelden wel er beperkingen voor wat betreft het maximum aantal deelnemers. Reserveer dus direct aan want vol = vol, reserveren kan enkel via de website.