Woensdag 23 november stond ik in de rij bij de Tweede Kamer voor het debat over de digitale euro, oftewel de CBDC (Central Bank Digital Currency). Na een uitvoerige security check (Schiphol is er niets bij) mocht ik naar binnen. Ik had mazzel. De lange rij mensen achter mij op het pleintje mocht er niet meer in. Voor het gebouw blijven wachten was schijnbaar geen optie, aangezien om onbekende reden het plein door de ME werd schoongeveegd.
Voor mij was dit de eerste keer dat ik de Tweede Kamer bezocht. De beveiliging en het Tweede Kamer-personeel waren erg aardig en behulpzaam, ware het niet dat de nors kijkende politieagenten voor elke zaal mij wel een akelig gevoel gaven. Ik wilde koste wat kost bij dit belangrijke debat zijn. De introductie van de digitale euro kan namelijk enorme consequenties hebben voor het MKB.
Slechts enkele Kamerleden durfden zich tijdens de pauze onder het volk te mengen en hun voelsprieten uit te steken. Ik sprak kamerlid Mahir Alkaya (SP) aan, aangezien hij veel inhoudelijke kennis heeft over het onderwerp. Zijn boek ‘Van wie wordt ons geld?’ is net uitgebracht en het lezen meer dan waard. Hij steekt zijn bezorgdheid over de introductie van de digitale euro bepaald niet onder stoelen of banken. Maar de Tweede Kamer kan hoog of laag springen; de EU wil een digitale euro en dus krijgen wij een digitale euro.
Welke problemen lost de digitale euro op?
Laat ik eerst uitleggen wat de digitale euro is. Het monetaire systeem kent een groothandel- en een detailhandelniveau. Onder het groothandelniveau vallen de centrale banken, zoals de ECB en FED. Zij geven geld uit aan o.a. commerciële banken. Op detailhandelniveau zitten de private en commerciële banken die geld uitgeven aan bedrijven. Dit geld wordt uitgeven als schuld of als lening. Met de introductie van digitale valuta gaan centrale banken rechtstreeks digitaal geld leveren aan de burger en komt er dus meer concurrentie voor de private en commerciële banken. Er is echter al meer dan genoeg concurrentie en innovatie in de markt, oftewel de markt reguleert zichzelf al.
De centrale bank zorgt voor publiek geld in de vorm van fysieke munten en biljetten. Nu is het contante geld deels verdrongen door digitale betalingsmiddelen en voorzieningen van private en commerciële banken. Centrale banken willen met de digitale euro digitaal publiek geld introduceren naast het fysieke contante geld. In theorie zou je dan twee apps op je telefoon krijgen. Eentje van je huidige bank en eentje van de centrale bank.
Nu zitten de meeste mensen (en dus ook jouw klanten) hier helemaal niet op te wachten. Het Europese girale betalingsverkeer werkt erg goed, dus waarom moet er überhaupt iets naast komen? Ook zijn centrale banken niet per se veiliger. Soms lijkt het zelfs alsof het monetaire beleid van deze banken wereldwijd ontspoort. Zo hebben centrale banken in beginsel een oneindig geldscheppend vermogen en zijn er de laatste jaren miljarden bij geprint, ongeacht de consequenties. Wil je het geldsysteem echt veilig en eerlijk maken dan is een volksbank of depositobank wellicht een betere keuze. Zeker als er zoals nu sprake is van politieke onrust en een hoog wantrouwen.
Zit er een tweede agenda achter deze digitale munt?
Onderzoek van de ECB toont aan dat burgers bij gebruik van de digitale euro dezelfde mate van privacy willen als bij contant geld. Ze willen betalen zonder tussenkomst van een bank of betaaldienst. De ECB vindt deze hoge mate van anonimiteit onwenselijk omdat men bang is voor illegale transacties. Daarom zal de privacy bij de digitale euro een probleem zijn.
Dat is gevaarlijk. De digitale euro is namelijk programmeerbaar. Er kan dus van alles aan worden gekoppeld. De Tweede Kamer wil deze programmeerbaarheid uitsluiten en daarmee de privacy waarborgen. Dat is te reguleren via wetgeving. Maar wetgeving wordt tegenwoordig erg makkelijk opzijgeschoven. De race lijkt al gelopen. De EU wil een digitale euro, terwijl economen en bankiers alvast denken aan welke (monetaire) instrumenten zij nog meer kunnen toevoegen aan deze digitale euro.
Ondernemers weten als geen ander hoe belangrijk privacy is
In onze business verwerken we met veel data. Het waarborgen van privacy is belangrijk. Je wilt niet dat de gegevens van klanten op straat komen te liggen. Een digitale euro maakt dat tricky. De kans bestaat dat jij als ondernemer buitenspel wordt gezet in de (onder)handelingen met de klant. En dat bemoeilijkt het zakendoen.
Verschillende landen zijn ons voorland. Daar lopen al pilots met digitale valuta; de CBDC’s. Een horrorvoorbeeld is China. Daar leven mensen in een soort digitale gevangenis. Door de programmeerbaarheid van de CBDC’s bestaat het gevaar dat het instrument ook als surveillancetool wordt ingezet. Die ontwikkeling zie je al in meerdere landen. De centrale bank (en daarmee de overheid) weet dan wat je koopt, hoe je reist, wat je kijkt, wat je eet en drinkt. Je ID, medisch dossier, financiële situatie, online transacties, je CO2-uitstoot tot en met je social-mediagedrag. Alles kan onderdeel zijn van de CBDC en dus de digitale euro. De stap naar een gekoppelde social-creditscore is dan allesbehalve ondenkbaar.
Ik hoor je denken. ‘Wat maakt het uit? Ik heb toch niets te verbergen.’ Maar iedereen heeft wel iets te verbergen. In het hierboven omschreven scenario hangt de vrijheid aan een zijden draadje. Er is bijvoorbeeld al sprake van een negatieve renteheffing over spaargeld als een vorm van reprimande bij ongewenste gedrag of als je spaarbedrag te hoog is. Reis je te veel, dan houdt zo’n script je thuis.
Hoe gaat zoiets er dan in de praktijk uitzien? Moeten klanten op voorhand ‘reserveren’ om zeker te zijn van een aankoop? Komen er poortjes bij de ingang van winkels waar je alleen met een geldige QR-code naar binnen mag? Kun je nog zomaar de horeca binnenlopen voor een biertje of wijntje? Of behoren impulsaankopen tot het verleden? Dan is de lol er voor de consument snel af.
Dit lijkt natuurlijk compleet absurd. Of toch niet? Er is al een ‘anti-witwas’ wetsvoorstel in de maak. Hierin legt men de volledige monitoring van alle bancaire transacties vast, inclusief het opslaan van deze transacties in een centrale database voor analyses. Met uitzondering van transacties tot €100,- tussen particulieren. Een overheid waarbij miljarden spoorloos verdwijnen, mag je zo’n tool niet in handen geven. Voordat je het weet gebeuren er gekke dingen.
Contant geld en de rol van commerciële banken
Daarom is en blijft het gebruik van contant geld belangrijk. Van alle betaalmiddelen is cash het minst traceerbaar. Alleen wat je pint aan contant geld is terug te leiden, waar het aan wordt gespendeerd niet. Je privacy blijft daardoor grotendeels gewaarborgd. Uit onderzoek blijkt dat contant geld als betaalmiddel door mensen het meest wordt vertrouwd. Vooral tijdens een crisis of in een onzekere tijd vallen mensen terug op contant geld. Zelfs in het ‘digitale land’ Zweden wordt weer gretig contant geld opgenomen sinds de oorlog in Oekraïne. Het is de hoogste vorm van geld, op de ouderwetse zilveren en gouden munten na dan.
Bij de winkels en horeca aan onze kust wordt door toeristen vaak contant betaald. Logisch, in veel EU-landen is contant betalen de meest gebruikte vorm van afrekenen en het gebruik ervan een grondrecht. Wat blijkt? Sommige banken manen deze ondernemers zelfs om minder cash in te leveren. Zo niet dan wordt de relatie opgezegd. Banken hebben veel redenen om contant geld terug te dringen. Aan contant geld zitten voor banken hoge kosten, terwijl aan pinbetalingen prima wordt verdiend. Door contant geld onaantrekkelijk te maken voor bedrijven, gaan deze pinbetalingen vragen aan hun klanten in plaats van cash. Een hele slimme zet van de banken. De concurrent van pinbetalingen (te weten contant geld) wordt uit gefaseerd waardoor de banken op termijn de fee op pinbetalingen kunnen verhogen om meer te verdienen. Terwijl het cash-vangnet voor bedrijven om zeep is geholpen. Daarnaast leveren alle pin- en digitale transacties ook nog eens belangrijke betaalinformatie op. Die informatie willen banken en overheden maar wat graag hebben. Het geeft immers inzicht en vertegenwoordigt een waarde.
IJzersterke argumenten voor het gebruik van contant geld
Het is belangrijk dat het MKB vast blijft houden aan contant geld. Ondanks argumenten als veiligheid of het werk dat je aan cash hebt, zijn enkele ijzersterke argumenten voor. Op de eerste plaats wil je tevreden klanten en ze accommoderen in het gebruik. Er is ook een sociaal element. Voor ouderen, slechtzienden of blinde mensen is cash vaak de enige optie. Kinderen leren beter met geld omgaan als ze starten met contant geld. Met cash houd je de financiën beter in de hand, omdat een contante betaling pijnprikkels in de hersenen triggert. En een deel van onze klandizie is op hun privacy gesteld, al is het maar omdat ze een scheve schaats rijden.
Naast contant geld komen er ook andere initiatieven op de markt. Zoals lokale munten, wat volkomen legaal is. Zelf gebruik ik weleens de Florijn. Een renteloos betaalmiddel dat naast de officiële euro munt circuleert. Het is sowieso van fundamenteel belang dat er meerdere betaalmogelijkheden naast elkaar blijven bestaan, willen wij ons als MKB niet nog kwetsbaarder maken. Het ondernemerschap wordt al bedreigd door inflatie, personeelstekorten en hoge energiekosten die de omzet uithollen. Zo’n experimentele digitale euro kunnen we missen als kiespijn.