De periode waarin de vaste reiskostenvergoeding onbelast kan worden vergoed aan werknemers die door de coronacrisis thuiswerken, is opnieuw verlengd. Tot 1 april doet de fiscus niet moeilijk over de vergoedingen. Ook onderzoekt het kabinet de mogelijkheid van een thuiswerkvergoeding.
Dat maakte het kabinet bekend tijdens een persconferentie over uitbreiding van de economische steun- en herstelpakketten. Nu kan alleen de vrije ruimte van de werkkostenvergoeding worden gebruikt voor het onbelast verstrekken van een thuiswerkvergoeding. Net als vorig jaar wordt de vrije ruimte ook dit jaar verhoogd om werkgevers de kans te geven hun medewerkers een vergoeding of een extraatje te geven tijdens de coronacrisis.
Het kabinet erkent dat het goed mogelijk is dat werknemers ook na de crisis meer thuis zullen werken. dat we in de toekomst meer gaan thuiswerken. Daarom onderzoekt het kabinet voor na de crisis de vormgeving van belastingmaatregelen waarmee werkgevers thuiswerkkosten kunnen vergoeden. Daarbij wordt ook gekeken naar de samenhang met bestaande reiskostenvergoedingen.
Veel werknemers die een vaste reiskostenvergoeding ontvangen werken door de coronapandemie gedwongen thuis. Omdat zij daardoor geen reiskosten maken, is de vaste vergoeding feitelijk onbelast loon geworden. Aanvankelijk werd aangekondigd dat de fiscus dit na 1 januari 2021 niet langer zou accepteren. Alleen aantoonbaar gemaakte reiskosten zouden dan onbelast mogen worden vergoed.
Eind 2020 kondigde het kabinet al aan dat deze periode zou worden verlengd tot 1 februari 2021. Nu is die datum dus opnieuw verschoven naar 1 april 2021 voor bestaande vaste reiskostenvergoedingen.